Bestemde tijd
„Want Gij schrijft tegen mij bittere dingen, en Gij doet Mij erven.”Job 13:26
Zeer wel zegt Salomo: „Alles heeft een bestemde tijd.” In het algemeen gesproken: alle dingen hebben hun tijd. David, Gods uitverkoren troetelkind, heeft de tijd gehad dat hij een kleine jongen was en veracht werd door zijn broeders. Hij heeft ook een tijd gehad dat hij boven hen als koning was verheven.David had een tijd dat hij de schapen van zijn vader moest hoeden en een tijd dat hij vervolgd werd door Saul. Hij heeft ook een tijd gehad dat de Heere hem achter de kudde wegnam en hem van een beestenhoeder maakte tot een mensenhoeder en hem zette op de troon van zijn tegenpartij.
De hoogmoedige Nebukadnezar heeft een tijd van verhoging gehad en ook een tijd van vernedering. Een tijd waarin hij durfde zeggen: „Is dit niet het grote Babel, dat ik gebouwd heb?” Er kwam ook een tijd dat hij door de mensen verstoten werd. De gebrekkige Lazarus heeft een tijd gehad van ellende en armoede, waarin de kruimeltjes hem tot spijze waren en de honden zijn geneesmeester. Hij heeft ook een tijd gehad van onbeschrijfelijke gelukzaligheid toen hij werd overgezet in de schoot van Abraham.
Ook is er een tijd om te zondigen en er is een tijd om voor de zonde gestraft te worden.
Guiljelmus Saldenus, (”De weeklacht der Heiligen”, 1654)