„Wagner was antisemitischer dan bekend”
BERLIJN (ANP/DPA) – De Duitse componist Richard Wagner (1813–1883) en zijn vrouw Cosima waren antisemitischer dan tot nu toe is aangenomen. De vijandigheid tegen joden overschaduwde deels hun artistieke werkzaamheden.
Dat stelde de Duitse theater– en muziekwetenschapper Stephan Mösch dinsdag in een gesprek met het Duitse persbureau DPA, vier dagen voor het begin van het jaarlijkse Wagner–festival in het Zuid–Duitse Bayreuth. Mösch baseert zijn mening op documenten die tot nu toe door onderzoekers „onbegrijpelijk" genoeg niet onder de loep werden genomenMösch wijst bijvoorbeeld op de kritiek van het echtpaar Wagner op de joodse dirigent Hermann Levi, die van 1882 tot 1894 de opvoering van de opera Parsifal in Bayreuth leidde. Volgens Cosima was Levi als jood niet in staat Parsifal als christelijk werk te ervaren. Hij zou zich niet voldoende kunnen inleven. De Wagners zetten Levi onder druk om zich te laten dopen. Levi zou daardoor zo ziek zijn geworden, dat hij al jong zijn beroep moest opgeven.
Mösch analyseerde onder meer brieven van de zangeres Marianne Brandt, die in 1882 een van de hoofdrollen in Parsifal zong.