Hoeveel malen roept Christus dat wij tot Hem zullen komen. „En die dorst heeft, kome; en die wil, neme het water des levens om niet.” Biedt hij niet de mens de zaligheid aan en komt Hij niet smeken aan de deur van onze tent? „Ik sta aan de deur en Ik klop.” Wat zijn er niet verschillende soorten van beloften waarin de Christus de zondaar zoekt tot Zich te lokken en te trekken. Beloften van genade, zegeningen, vrede en eeuwige zaligheid. In de ene hand heeft de Zaligmaker alle vertroostingen van de aarde en in de andere hand alle heerlijkheden van de hemel. Hij dreigt zelfs met een zwaar oordeel van dood en verdoemenis als de mens Hem niet wil horen, geloven noch gehoorzamen.Wat zijn dit allemaal openbare bewijzen van zulk een die roept, smeekt en nodigt. Hoe drukken ze uit de kracht van Christus’ liefde. Hoe behoorde de zondaar naar Hem te luisteren. „Och, dat Mijn volk naar Mij gehoord had.” Dit gaat God zo ter harte dat Hij zelfs Zijn eed eraan heeft verbonden. „Zo waarachtig als Ik leef”, zegt Hij. Drukt dat niet uit een overvloed van Gods hartelijke liefde jegens de mens?

Johannes Visscherus,predikant te Amsterdam

(”De wenende Christus”, 1665)