Duitse regering sluit verdrag met joodse gemeenschap
Ter gelegenheid van de Dag van de Holocaust hebben de Duitse regering en de snel groeiende joodse gemeenschap in Duitsland maandag een verdrag gesloten waarin hun betrekkingen juridisch zijn vastgelegd. Soortgelijke verdragen bestonden al tussen de regering en de rooms-katholieke en lutherse kerk.
De ondertekening, door bondskanselier Gerhard Schröder en voorzitter Paul Spiegel van de Centrale Joodse Raad, vormde het hoogtepunt van de herdenking van de bevrijding van het vernietigingskamp Auschwitz, maandag 58 jaar geleden. Sinds 1996 geldt deze Dag van de Holocaust in Duitsland als officiële herdenkingsdag.
„Niemand, maar dan ook niemand zou in 1945 hebben geloofd dat er ooit weer een joods leven in Duitsland zou kunnen zijn”, zei Spiegel op een persconferentie. „Vandaag zijn we zelfs geneigd te spreken van een aanstaande renaissance van het jodendom in Duitsland.”
De ooit bloeiende joodse gemeenschap in Duitsland, die ongeveer 500.000 zielen telde, werd in de Tweede Wereldoorlog gedecimeerd. Na de oorlog waren in Duitsland nog maar 15.000 joden over. Tien jaar geleden was dat aantal verdubbeld tot 30.000. Inmiddels telt de gemeenschap 100.000 leden, vooral door immigratie vanuit de voormalige Sovjetunie.
Het verdrag zorgt ervoor dat de jaarlijkse financiële bijdrage aan de 83 joodse gemeenten conform haar toegenomen omvang wordt verdrievoudigd tot drie miljoen euro. Het geld zal onder andere worden gebruikt om meer rabbijnen aan te stellen en de joodse riten bij te brengen aan immigranten die onder het communisme verstoken zijn geweest van religieus onderwijs.