Er is sprake van dyslexie wanneer het lezen of spellen niet of heel moeizaam kan worden geleerd. Het is een aandoening die al aanwezig is bij de geboorte en het is niet hetzelfde als leesproblemen of leerachterstand. Er zijn naar schatting 36.000 dyslectische kinderen in groep drie tot en met acht van de basisscholen. In groep drie van de basisschool zal ieder jaar bij ongeveer 7200 kinderen dyslexie worden vastgesteld.

Het is belangrijk dat dyslexie tijdig wordt onderkend. De school speelt hierbij een belangrijke rol. Als een leerkracht vaststelt dat een kind achter loopt met lezen en spellen en extra begeleiding niet helpt, dan moet zo’n kind in aanmerking komen voor specialistische hulp, aldus het CVZ. Een gespecialiseerd instituut moet vaststellen of er inderdaad sprake is van dyslexie en de behandeling op zich nemen.

Voor tot vergoeding kan worden overgegaan, moet een manier worden ontwikkeld om de ernst van de aandoening vast te stellen.