Het verhaal is genoegzaam bekend. Luitenant Rutten maakt in juli 1995 tijdens de val van de enclave Srebrenica foto’s van negen doodgeschoten mannen die buiten de basis van Dutchbat in Potocari liggen. Verder staan op het rolletje foto’s van gevangengenomen moslims.

Rutten meldt de vondst van de lijken en de gemaakte foto’s aan overste Karremans, de commandant van Dutchbat. Later informeert Rutten ook generaal Couzy over zijn bevindingen.

Na terugkeer in Nederland wordt het rolletje door de Militaire Inlichtingendienst opgehaald. Bij het ontwikkelen in een laboratorium van de marine gaat het mis. „Er staat niks op.”

Over de wijze waarop er met het fotorolletje is omgesprongen, heerst onbegrip. In de jaren na 1995 vat de gedachte post dat het rolletje doelbewust is vernietigd en dat er een complot achter moet zitten. Op het dossier over het rolletje staat bovendien ”vernietigd”.

De enquêtecommissie is van mening dat de „twijfels” ontstaan zijn door de gang van zaken. Bewijzen voor een complot zijn niet gevonden. De commissie heeft geen aanwijzing kunnen vinden voor opzet. Er is dus gewoonweg sprake van een „menselijke fout.” Maar de commissie houdt wel een slagje om de arm.