Binnenland

Drugs in krijgsmacht taboe

De Nederlandse krijgsmacht heeft regelmatig te kampen met drugs binnen de eigen gelederen. Nieuw is dat fenomeen niet, maar de aanpak ervan is in de loop der jaren strenger geworden. Militairen die verdovende middelen gebruiken, zijn immers geen reclame voor het leger.

15 July 2009 11:40Gewijzigd op 14 November 2020 08:20
DEN HAAG – Militairen die drugs gebruiken of erin handelen, kunnen erop rekenen dat ze hun ontslagbrief krijgen. Foto ANP
DEN HAAG – Militairen die drugs gebruiken of erin handelen, kunnen erop rekenen dat ze hun ontslagbrief krijgen. Foto ANP

De kranten stonden dinsdag bol van het nieuws over topsporter en sergeant Yuri van Gelder. De turner gaf toe cocaïne te hebben gebruikt. Zijn misstap levert hem niet alleen een schorsing op als sportman. Ook Defensie zal hem buiten de deur zetten.Drie militairen op de Vlieg­basis Volkel werden vorige week aangehouden op verdenking van handel in drugs, ook op de vliegbasis. De drie kunnen allemaal een ontslagbrief te­gemoetzien.

Seedorf

In de periode voorafgaand aan de omslag naar een strenger antidrugsbeleid in het leger –in 1997– is het een publiek geheim dat militairen op legerbases en in kazernes gebruiken en dealen. Het vermoeden is dat gebruik van verdovende middelen wijdverbreid is onder de jonge nieuwe beroepsmilitairen die de dienstplichtigen in de krijgsmacht vervangen.

Enkele van drugsgebruik verdachte landmachtmilitairen verklaren in 1996 tijdens een rechtszitting in Arnhem dat het grootste deel van de 2500 Nederlandse soldaten op de Duitse legerbasis Seedorf softdrugs gebruikt. De helft van hen zou ook aan de harddrugs zijn.

De maatregelen die sommige commandanten nemen, zijn rigoureus. Zo ontslaat de bevelhebber van de Koninklijke Landmacht, luitenant-generaal Schouten, in 1997 tien tot vijftien militairen wegens drugsgebruik. Schouten geeft gehoor aan de oproep van de toenmalige minister van Defensie, Voorhoeve, om drugsgebruik en -handel bij de landmacht met „wortel en tak uit te roeien.”

Niet eenduidig

Niet alle commandanten kiezen echter voor een harde aanpak. Opmerkelijk, want in 1997 stuurt toenmalig staatssecretaris Meijling (Defensie) een brief naar de Tweede Kamer waarin hij aankondigt dat commandanten en ondercommandanten de ruimte krijgen hard op te treden tegen drugsgebruik onder hun militairen.

In diezelfde brief maakt Meijling wel duidelijk dat de nieuwe gedragsregels nog door de diverse krijgsmacht­delen moet worden uitgewerkt. Het gevolg is dat de eenduidigheid in het optreden tegen drugsgebruik in het leger nog te wensen overlaat.

Om een einde te maken aan het gebrek aan eenduidige handhaving van de regels, verspreidt toenmalig staatssecretaris Van der Knaap van Defensie in het voorjaar van 2007 een zogeheten aanwijzing onder alle krijgsmachtdelen.

Daarin staat te lezen dat het gebruik of in bezit hebben van drugs door militairen, om welke reden dan ook, niet wordt getolereerd. Een direct en onvoorwaardelijk inzetbare krijgsmacht noodzaakt tot een scherp drugsbeleid, zo redeneert Van der Knaap.

Drugshandel heeft volgens hem verbindingen met andere vormen van criminaliteit. Het imago van het „militaire ambt wordt ernstig geschaad als militairen zich op enigerlei wijze inlaten met drugs”, zo staat in de brief te lezen.

Ontslag

De aanscherping van de regels leidt in elk geval tot duidelijkheid. Iedere militair die in Nederland of in het buitenland harddrugs gebruikt of erin handelt, krijgt ontslag. Voor het gebruik van softdrugs geldt dezelfde maatregel, al volgt in dat geval eerst een schriftelijke waarschuwing.

Of de aanscherping van de regels rond drugsgebruik in de krijgsmacht daadwerkelijk haar vruchten afwerpt, is nog de vraag. Een woordvoerster van het ministerie van Defensie zegt dat ze geen cijfers heeft over drugsgebruik door militairen, noch over het aantal ontslagen dat daarop volgde.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer