Dat blijkt uit de eerste resultaten van de meldactie Spoedeisende Zorg van de koepel van patiëntenorganisaties, de Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie (NPCF). De afgelopen weken hebben 2500 mensen meegedaan aan de meldactie van de NPCF. Een kwart van de deelnemers stelt dat zij te lang moesten wachten op spoedeisende hulp.De resultaten moeten weliswaar nog worden geanalyseerd, maar nu kan al gezegd worden dat een kwart van de ondervraagden de wachttijd niet acceptabel vindt. Daarnaast geeft een kwart aan „lang tot acceptabel” te moeten wachten. Wat de andere helft heeft aangegeven, kan de woordvoerster van de koepel niet aangeven.

„Het gaat hierbij om allerlei vormen van spoedeisende zorg, dus niet alleen in het ziekenhuis, maar ook bij huisartsenposten en bij 1-1-2”, licht de woordvoerster toe. Een patiënt die spoedzorg nodig heeft, moet nu nog eerst een keuze maken welke hulpdienst hij inschakelt. Hij kan naar de huisartsenpost bellen, de spoedeisende hulp bezoeken of met 1-1-2 bellen.

De NPCF zou graag zien dat er een integrale spoedpost komt. „Er moet één voordeur zijn waar de patiënt met zijn spoedvraag terecht kan”, stelt de woordvoerster. „Achter de voordeur wordt beoordeeld door welke zorgverlener de patiënt behandeld moet worden”, aldus de NPCF. De organisatie vindt dat de spoedzorg nu veel te versnipperd is.

Met de meldactie wil de NPCF in kaart brengen welke ervaringen mensen hebben met de verschillende vormen van spoedzorg. De organisatie bekijkt onder meer hoe de spoedvraag wordt behandeld. Bovendien wil de organisatie weten of patiënten de spoedzorg krijgen die ze daadwerkelijk nodig hebben. Daarnaast wordt het telefonisch contact met de zorgverlener belicht. Ook wil de NPCF weten of de patiënt lang moet wachten op de zorgverlener.

De meldactie van de NPCF ging op 24 juni van start. Tot dinsdag konden mensen op de website van het meldpunt Consument en de Zorg een vragenlijst invullen. Alleen mensen die het afgelopen jaar spoedeisende gezondheidsklachten hadden, mochten de lijst invullen.

Er werd onder andere gevraagd welk soort hulpverlener de patiënt had geraadpleegd: de huisartsenpost, 1-1-2 of de EHBO-afdeling in het ziekenhuis. Ook werd gevraagd naar de wachttijd aan de telefoon en in de wachtkamer. Bovendien wilde de NPCF weten of de patiënt het gevoel had serieus te zijn genomen door de hulpverlener.

Binnen enkele weken worden de definitieve uitkomsten van het onderzoek bekendgemaakt, zo verwacht de woordvoerster van de NPCF.