Het kamerlid zei woensdag tijdens een debat over de Betuwelijn dat hij zich bijzonder had gestoord aan de presentatie van het rapport, met een persbericht dat de suggestie wekte dat de kostenbeheersing rond dit project onder de maat zou zijn. Uit het rapport zelf blijkt dit nogal mee te vallen, vindt Feenstra.

Ook de kamerleden Leers (CDA) en Verbugt (VVD) zetten hun vraagtekens bij de manier waarop het rapport vorige maand naar buiten is gebracht. Volgens Leers doet de Rekenkamer op deze manier voorkomen alsof de overheid met miljarden smijt. „Dat is een zeer onterechte suggestie."

Het rapport maakt duidelijk dat de verdubbeling van de geraamde kosten voor de Betuwelijn, van ruim 5 miljard in 1992 tot 11,3 miljard nu, voor het overgrote deel te wijten is aan verbeteringen die door de Tweede Kamer zijn gevraagd en goedgekeurd, en prijsstijgingen. Ongeveer 5 procent van het hele bedrag is veroorzaakt door slecht management. Dat blijft volgens Feenstra ruim binnen de marge die voor dit soort projecten staat.

Het SP-kamerlid Poppe vroeg zich af of het bij deze overschrijding blijft. De Betuwelijn is immers nog niet gereed. „Het zand ligt er alleen nog maar."