1898: Cuba maakt zich los van Spanje en komt daarna onder toezicht van de VS te staan.1902: Cuba wordt onafhankelijk. De invloed van de VS op het land blijft echter groot.

1959: Fidel Castro verjaagt de door de Amerikanen gesteunde dictator Fulgencio Batista. Fidel Castro gaat het Caraïbische land leiden. Zijn vijf jaar jongere broer Raúl wordt de tweede man van het communistische regime.

1960: Cuba nationaliseert de Amerikaanse ondernemingen in het Caraïbische land. Washington verbreekt vervolgens de diplomatieke banden met Havana en treft het regime van Castro met een economisch embargo.

1961: Een groep van 1600 Cubaanse ballingen landt in de Varkensbaai. Met steun van de VS willen ze Castro omverwerpen. Het loopt uit op een fiasco.

1962: De Amerikaanse president John Kennedy dreigt de Sowjet-Unie met een nucleaire aanval, omdat Moskou een basis met nucleaire raketten op Cuba heeft ingericht. De Sowjet-Unie haalt bakzeil en verwijdert de raketten.

1980: Ongeveer 125.000 Cubanen vluchten naar de Verenigde Staten. Dat is mogelijk omdat Fidel Castro de beperkingen op emigratie tijdelijk heeft versoepeld.

1994: Cuba en de VS tekenen een overeenkomst over migratie. De VS zeggen toe 20.000 Cubanen per jaar toe te laten. Havana belooft maatregelen die een einde moeten maken aan de massale migratie naar de VS.

2004: Uit ongenoegen over onder meer het mensenrechtenbeleid van Havana schort de Amerikaanse president George W. Bush het overleg met Cuba over migratie op. De laatste gesprekken hadden plaats in 2003.

mei 2009: De regering van president Barack Obama biedt Cuba aan opnieuw over migratie te praten. Havana accepteert het aanbod.