„Voorbede voor geloofsgevangenen blijft nodig”
„De opdracht tot voorbede voor geloofsgevangenen blijft.” Dat zei P. Merkulov zondag in Koersk bij de herdenking van het feit dat 45 jaar geleden in Rusland de Verwantenraad werd opgericht. Dat orgaan raakte in Nederland vooral bekend via de Stichting Friedensstimme.
Na de Wende hieven de baptisten de Verwantenraad op. Nu is er de afdeling Voorspraak, die nog altijd opkomt voor geloofsgevangenen. Zoals in de voorheen tot de Sovjet-Unie behorende, maar nu zelfstandige republieken.Ongeveer 4000 mensen bezochten zaterdag en zondag de herdenkingsbijeenkomst. Die had plaats in twee grote, aan elkaar gekoppelde, overvolle tenten. Die stonden midden in het veld in de buurt van de stad Koersk. Tal van mannen en vrouwen, veteranen die onder het communistisch regiem gevangengezeten hadden, troffen elkaar tijdens de meeting. Er was sprake van veel zang en muziek, met violen en blaasinstrumenten.
Islamisering
In opdracht van de Broederraad –een uit 25 mannen bestaand orgaan, een soort synode– onderzoekt Merkulov de historie van de gemeenten en brengt hij actuele christenvervolging in kaart. Hij vroeg aandacht voor de ongeveer 2000 gevangen christenen in China. Die komen, zei hij, uit ‘geheime’ huisgemeenten. Hij gaf aan dat in India de laatste twee maanden 120 christenen zijn gedood. „Niet door de regering, maar door agressie van hindoes.”
Rond 1978 leefde er volgens Merkulov in Irak een half miljoen christenen. Vooral de laatste jaren –dus na de oorlog met het Westen– emigreren velen van hen. „Veertig procent van de vluchtelingen uit Irak is christen.”
Merkulov wees ook op groeiende invloed van radicale moslims in Turkije. Verder legde hij de vinger bij het feit dat er in Europa sprake is van „een sterk proces van islamisering.” Merkulov ging ten slotte voor in gebed voor de vervolgden.
Verleden
Het communistische regiem vervolgde de niet-geregistreerde baptisten. Veel aandacht schonken tal van sprekers aan dat verleden. I. J. Antonov is lid van de Broederraad. Hij herinnerde aan de geheime drukkerijen. „God heeft daardoor grote dingen gedaan. Goddelozen hebben zich bekeerd. Ook door middel van wat werd gedrukt. God doet dat wonder door Zijn kracht. En het heeft ons grote vreugde gegeven.”
J. N. Poesjkov –ook lid van de Broederraad– herinnerde eraan dat volgens Marx religie zou sterven. „Maar Gods dienst kan niet sterven”, zei hij. „Velen zijn gearresteerd, vermoord of naar Siberië gebracht. Velen bleven achter zonder financiële steun.”
De baptist citeerde tal van Bijbelteksten die spreken over hulpverlening aan achtergebleven familieleden van gevangengenomen christenen. Zo werd in 1964 de Verwantenraad geboren.
Poeskjov onderstreepte ook het grote belang van de vele brieven en kaarten die –ten gunste van gevangenen– vanuit andere landen naar Russische autoriteiten werden verzonden. Hij sprak over „het Bijbelse fundament van de voorbede.” Hij laakte echter terloops ook de vrijheid in Europa waarin de islam en allerlei andere geloven zich maar kunnen ontwikkelen. „Maar wij hebben alleen toegang tot de Vader door Jezus Christus.”
Gebed
N. A. Antonjoek is voorzitter van de Broederraad. Hij ging in op het ontstaan van de Verwantenraad. Hij noemde –onder verwijzing naar Johannes 15-20– vervolging een Bijbels gegeven: „Indien zij Mij vervolgd hebben, zij zullen ook u vervolgen.”
„Wij konden niet geloven”, zei hij, „dat er ooit een tijd zou komen dat de overheid geen hindernissen zou opwerpen voor de vrijheid om samen te komen. En nu telt de Broederschap meer dan duizend gemeenten.”
Antonjoek legde nadruk op het belang van gebed. „De gemeenten lieten zich niet registreren”, zei hij, in relatie tot nog altijd levende afkeer van overheidsinmenging in de kerk. „Wij hoeven niet meer in het geheim Bijbelse lectuur te drukken. Iedereen heeft nu een Bijbel. Zelf was ik 20 jaar oud voordat ik m’n eigen Bijbel ontving. Vroeger hadden wij groot gebrek aan liedboeken. Dit jaar zijn er al 40.000 exemplaren gedrukt. God heeft ons gegeven waarom wij Hem gebeden hadden.”
S. G. Germanjuk, lid van de Broederraad, herinnerde aan het reeds in de jaren 60 geldende verbod om kinderen godsdienstig onderwijs te geven. „Ik heb tegen de overheid gezegd dat dit een onmenselijk verbod was. En dat wij dit gebod niet kunnen gehoorzamen, omdat de Bijbel het ons juist gebiedt. Soms haalde de politie dan onze kinderen weg,” aldus Germanjuk. Hij sprak de nog levende leden van de Verwantenraad persoonlijk toe.
Getuigenis
Tal van baptisten die onder het communisme gevangenzaten, gaven hun getuigenis over hoe de Heere hen had geholpen in die tijd. Onder hen was M. I. Chorev. Hij is een van de bekendste gevangenen uit de tijd van de geloofsvervolging. Hij zat gedurende 21 jaar diverse straftermijnen uit. En tijdens zijn laatste termijn was er sprake van langdurige en ernstige mishandeling. Zittend sprak hij de bijeenkomst toe.
Vanuit Nederland zetten drie vrouwenbonden zich in ten gunste van de geloofsgevangenen in de Sovjet-Unie. Dat waren de hervormd-gereformeerde vrouwenbond, de christelijke gereformeerde vrouwenbond en de vrouwenbond van de Gereformeerde Gemeenten.
Namens het Comité Vrouwenbonden blikte C. A. Meijwaard-Fuite in de tent in Koersk terug op hoe deze achterban via kaartenacties en petities aan de Russische overheid vrijheid voor de gevangenen bepleitte.
M. J. Uijl, oprichter en beleidsfunctionaris van Stichting Friedensstimme Nederland, vertelde hoe zijn organisatie in Nederland ontstond, kaartenacties organiseerde en onder andere de noodzaak van voorbede bepleitte. Hij wees ook op de rol van de christelijke dagbladen in het bekendheid geven aan de situatie in Rusland. De glasnost en de perestrojka brachten ook verandering in de werkwijze van Friedensstimme.
Boete
G. W. Kostjuschenko deed aan het slot van de bijeenkomst een oproep tot boete en verootmoediging. Hij waarschuwde voor de zonde, onreinheid, egoïsme, geldgierigheid, hoogmoed.
„Wij hebben nu mooie kleding, auto’s. Voorheen hadden wij brood. Het is een tijd van veel verleidingen. Maar wat hebben wij eraan de hele wereld te gewinnen en schade te lijden aan onze ziel? Het gaat erom vrijwillig het kruis van Christus op zich te nemen.”