Onderzoek naar Van der G. stokt
Het gedragskundig onderzoek naar Volkert van der G., de moordenaar van Pim Fortuyn, is nog niet op gang gekomen.
Het Pieter Baan Centrum (PBC), de observatiekliniek van justitie in Utrecht, verschilt van inzicht met het ministerie van Justitie, zo melden betrouwbare bronnen.
Vooral over het al dan niet handhaven van het permanente cameratoezicht kan men het niet eens worden. Het PBC-onderzoek had op 13 januari van start moeten gaan.
De leiding van het PBC vindt het bezwaarlijk om Van der G. (33) ’s nachts met camera’s te observeren, zoals het ministerie wil. Volgens het PBC staat het cameratoezicht het opbouwen van een vertrouwensrelatie met de verdachte in de weg. Zo’n relatie is van belang voor het slagen van het multidisciplinaire gedragsonderzoek, dat circa zeven weken in beslag neemt.
Het PBC heeft er tevens problemen mee dat observatie in een groep, zoals gebruikelijk is in de kliniek, op bezwaren van het ministerie stuit. Het ministerie vreest voor Van der G.’s veiligheid als hij in aanraking komt met medegedetineerden. Het PBC acht het verantwoord de verdachte mee te laten doen aan het observatieprogramma in een kleine groep. Het geïsoleerd houden van Van der G. ondergraaft een optimale uitvoering van het onderzoek, menen de PBC-deskundigen.
Het ministerie van Justitie en de raadslieden van Van der G. onthouden zich van commentaar op de kwestie. Een en ander zal komende woensdag wel aan de orde komen tijdens de pro forma-zitting van de zaak bij de rechtbank in Amsterdam. Het gedragskundig onderzoek is een belangrijk onderdeel van de strafzaak tegen Van der G., omdat de uitkomsten ervan van invloed kunnen zijn op de strafmaat.