Rel in VS rond Cheney en CIA
WASHINGTON (ANP) - Partijgenoten van de Amerikaanse president Barack Obama willen een officieel onderzoek beginnen naar de voormalige Republikeinse vicepresident Dick Cheney en een aantal van zijn medewerkers. Cheney zou de Amerikaanse inlichtingendienst CIA het bevel hebben gegeven informatie achter te houden voor het Congres.
De Democratische senator Dick Durbin zei zondag op de televisie dat sprake is van een onrechtmatige daad als het bericht in The New York Times juist is en drong aan op een onderzoek. „Dit was geen vergissing. Dit was een bevel om het Congres niet te informeren”, zei zijn partijgenoot Jan Schakowsky uit het Huis van Afgevaardigden.The New York Times meldde op basis van twee goed ingevoerde bronnen dat Cheney er hoogstpersoonlijk voor gezorgd heeft dat het parlement acht jaar lang onwetend is geweest van een geheim antiterreurprogramma van de CIA. Volgens de bronnen heeft de onder Obama benoemde CIA-directeur Leon Panetta de inlichtingencommissies in het Amerikaanse parlement op 24 juni achter gesloten deuren geïnformeerd over de dienstorders van Cheney.
Ondergeschikten hadden Panetta een dag eerder op de hoogte gesteld van het bestaan van het programma dat na de terreuraanslagen van 11 september 2001 op New York en Washington werd opgezet. De CIA-topman heeft een einde gemaakt aan het programma, direct nadat was gebleken dat het Congres niet was geïnformeerd.
Wat de CIA precies heeft gedaan, is onduidelijk. Twee voormalige medewerkers van de dienst wilden ook niet ingaan op de inhoud van het programma, maar stelden wel dat het niet ging om ondervragingen of toezicht op communicatie. Volgens hen is het nooit verder gekomen dan het plannen van het programma en hoefde dus niemand geïnformeerd te worden. Volgens de Times bepaalde Cheney’s stafchef David Addington persoonlijk wie in kringen rond president George Bush over het programma op de hoogte moest worden gesteld.
De wet eist van de Amerikaanse regering dat deze het parlement volledig en tijdig informeert over de activiteiten van de inlichtingendiensten. Over de interpretatie van die wet wordt sinds de oprichting van de CIA in 1947 al gesteggeld, mede vanwege de veiligheid van CIA-agenten. „Zeer gevoelige informatie” kan door de inlichtingendienst achter worden gehouden.
Volgens de bronnen was binnen de CIA „algemeen bekend” dat Cheney de parlementariërs niet wilde inlichten over het programma. Ook zij beroepen zich op de onduidelijkheid in de wet: het zou niet helder zijn of de voormalig vicepresident verplicht was het Congres op de hoogte te brengen. Omdat de plannen nooit verder zouden zijn gekomen dan de tekentafel zien Republikeinen in het Huis van Afgevaardigden niets in een onderzoek naar het programma.
In mei was er ook al een rel rond de CIA. De voorzitter van het Huis van Afgevaardigden, de Democraat Nancy Pelosi, verweet de inlichtingendienst jarenlang te hebben verzwegen dat het de waterboard-marteltechniek heeft toegepast bij getuigenverhoren. Volgens de CIA was Pelosi wel degelijk op de hoogte.