China: Hoger dodental onlusten
URUMQI (ANP/AFP) – De Chinese autoriteiten hebben zaterdag het dodental van de onlusten van afgelopen week naar boven bijgesteld. Er zijn bij rellen in de stad Urumqi 184 doden gevallen, 28 meer dan het vorige officiële dodental aangaf.
Het was voor het eerst dat Peking uitspraken deed over de etniciteit van de slachtoffers. Door de rellen zijn 137 Han–Chinezen omgekomen en 46 Oeigoeren, een Turkssprekende minderheid in China. Ook kwam een Hui–Chinees om. In het rapport van de overheid staat niet of de slachtoffers zijn gevallen door het etnische geweld of door het neerslaan van de onrust door de politie en het leger.De Oeigoeren, de oorspronkelijke bewoners van de westelijke provincie Xinjiang, denken dat het dodental heel anders verdeeld is. „Dat zijn de aantallen volgens de Han–Chinezen. Wij hebben onze eigen cijfers”, aldus een Oeigoer in Urumqi.
Zondag braken in Urumqi rellen uit tussen de islamitische Oeigoeren en de Han–Chinezen. Op dinsdag werden deze onlusten met harde hand neergeslagen door de politie en het leger. Sindsdien zijn duizenden militairen in de stad aanwezig om de rust te bewaren. De sfeer is nog steeds gespannen, maar tot grote gevechten is het niet meer gekomen.
De Turkse premier Recep Tayyip Erdogan sprak vrijdag van volkerenmoord op de Oeigoeren. Die zijn etnisch en cultureel verwant aan de Turken. In Xianjiang wonen ruim 21 miljoen mensen. Acht miljoen van hen zijn Oeigoer, zes miljoen Han–Chinees. De rest van de samenleving bestaat uit mensen van allerhande etniciteiten.