Rechter verbiedt halve overname centrale Borssele
ARNHEM (ANP) – De energiebedrijven Essent en RWE mogen geen speciale constructie toepassen voor de overname van Essents helft van kerncentrale Borssele. Dat heeft de voorzieningenrechter in Arnhem vrijdag bepaald.
De rechter vindt dat de constructie het aandeelhouderschap en de invloed van de publieke aandeelhouders uitholt, aldus de uitspraak in het kort geding dat energiebedrijf Delta aanspande tegen Essent en RWE. Delta is mede–eigenaar van Borssele.Het is nog onduidelijk wat de consequenties zijn van de uitspraak van de rechter in Arnhem die vrijdag een streep zette door de eigendomsconstructie die RWE en Essent voor de kerncentrale Borssele hadden bedacht. De aandeelhouders van Essent (gemeenten en provincies) hebben dat gezegd in een eerste reactie.
De aandeelhouders blijven erbij dat het publieke belang van de kerncentrale in de voorgestelde structuur goed was geregeld. Ze zijn teleurgesteld over de uitspraak en willen met mede–eigenaar Delta in overleg over de nieuwe situatie, zei een woordvoerster.
Tijdens de behandeling van de rechtszaak waarschuwden Essent en het Duitse RWE er nog voor dat de hele overname van het Nederlandse energiebedrijf door de Duitsers moet worden opengebroken of afgeblazen als ze ongelijk kregen. „We moeten het vonnis nu bestuderen”, zei de woordvoerster namens de aandeelhouders van Essent vrijdag.
De kerncentrale, ondergebracht in exploitatiemaatschappij EPZ, is half eigendom van Delta en half eigendom van Essent. Een kwaliteitseis schrijft voor dat de aandelen alleen in handen mogen zijn van een vennootschap waarvan de aandelen in overheidshanden zijn. Als de Essent–helft aan RWE wordt verkocht, wordt daar niet aan voldaan, oordeelt de Arnhemse rechter.
RWE en Essent wilden de overname door RWE mogelijk maken door het Essent–eigendom te splitsen in een economisch en een juridisch eigendom. RWE zou dan alleen economisch eigenaar worden van de kerncentrale. Een aparte vennootschap zou de juridische eigenaar worden.
De kwaliteitseis stond tot voor kort in statuten van alle overheidsenergiebedrijven. Volgens de rechter drukt dat de maatschappelijke opvatting uit dat nutsvoorzieningen van een algemeen belang zijn dat door overheden moet worden behartigd.
Het kort geding wordt nu vervolgd door een bodemprocedure.