‘Eeuwige’ grafrust
Een Delfts onderzoeksteam wil de lengte van het lichaam van Willem van Oranje opmeten. Dat gebeurt in het kader van de reconstructie van de moord die plaatshad op 10 juli 1584. Bedoeling is vast te stellen welke baan de kogel die het lichaam van de Vader des Vaderlands doorboorde, aflegde. Die informatie schijnt essentieel voor het onderzoek te zijn.
Directeur Willem van Spanje van DelftForensics, het bedrijf dat het onderzoek uitvoert, heeft woensdagavond een verzoek tot grafopening ingediend bij de burgemeester van Delft. Het lichaam van Willem van Oranje ligt in de koninklijke grafkelder in de Nieuwe Kerk in Delft. Burgemeester Verkerk is officieel toezichthouder van deze kelder.Volgens Van Spanje is het lichaam indertijd geprepareerd en ligt het in een loden kist, die niet eerder is geopend. „We verwachten een mummie aan te treffen die beter bewaard is gebleven dan Toetanchamon”, zei hij.
Het plan maakte deze week allerhande reacties los. „Laten ze dan gelijk het DNA bekijken, of dit klopt met het DNA van koningin Beatrix.” Weer iemand anders denkt dat een buitenlandse moordenaar niet meer past in de huidige politiek correcte geschiedschrijving. „Vermoedelijk zijn ze op zoek naar een Hollandse calvinist, die ze de moord in de schoenen kunnen schuiven.”
Er moeten wel heel zwaarwegende redenen zijn om een graf open te maken. Mocht het onderzoek in de grafkelder worden toegestaan, dan betekent dit een schending van zogenoemde grafrust; het principe dat stoffelijke resten onaangeroerd blijven, en niet verplaatst worden.
Mag de ‘eeuwige’ grafrust van Willem van Oranje worden verstoord om te weten te komen hoe lang hij was? Soms kan het noodzakelijk zijn een graf te openen, bijvoorbeeld als men alsnog een doodsoorzaak wil vaststellen of de toedracht van een moord wil reconstrueren. Dat gebeurde enkele jaren geleden ook in de Deventer moordzaak, waar een getuige verklaarde dat het gebruikte wapen bij de vermoorde weduwe in het graf zou liggen.
Bij Willem van Oranje is deze noodzaak niet aanwezig – de doodsoorzaak is genoegzaam bekend en het delict is geruime tijd verjaard. Het lijkt er nu te veel op dat het graf geopend moet worden om de nieuwsgierigheid van onderzoekers te bevredigen.
Daarbij komt nog de vraag naar het eigendom. Laat de burgemeester toezichthouder zijn van het grafmonument, het graf is officieel privébezit van de koninklijke familie. Formeel gezien zou dus de koningin ook toestemming moeten verlenen voor het onderzoek. Het is bepaald niet wellevend als zij via de media van de plannen moet vernemen. Bovendien moet het uiterst pijnlijk zijn als het graf en de daar liggende voorouders van de vorstin op deze wijze onderdeel worden van een publieke discussie vol met pijnlijke, veelal suggestieve, vooronderstellingen.
Willem van Oranje wacht op de opening van zijn graf, hoewel niet door onderzoekers. De sluitsteen van de grafkelder is voorzien van de Latijnse tekst: ”Op de wederopstanding wacht Willem de Eerste, Vader des Vaderlands”.