Wanbegrip
„…wijd is de poort, en breed is de weg, die tot het verderf leidt…”Mattheüs 7:13
Er zijn veel wanbegrippen omtrent de nauwe weg. Men spreekt alsof het er zo nauw niet op aankomt en alsof zo’n leven maar een schijnheilige vertoning is met wat uiterlijke godsdienst en een bloot vertrouwen op Jezus, een steunen op Gods genade en barmhartigheid. Alsof dat genoeg is.Daarin worden zij nog aangemoedigd door mensen die hen de weg wat ruimer voorstellen en zeggen dat men maar op Jezus moet vertrouwen en niet moet twijfelen, omdat men door zijn eigen werken niet komen kan. Zij tonen niet wat de grond van dat vertrouwen zijn moet, of langs welke weg men tot dat vertrouwen komt, en wat er eerst in de ziel moet omgaan. Zij zeggen niet dat, ofschoon men door de werken niet kan zalig worden, men ook zonder die niet zal zalig worden. Met andere woorden, men moet zijn geloof tonen uit zijn goede werken, uit zijn godzalig leven. Aldus, naar de vermaning van Jacobus.
Zij die niets meer bijvoegen, misleiden vele onnozele zielen en stellen ze zonder grond gerust. Deze leer heeft bij de meeste mensen wel ingang. Zo leidt de ene blinde de andere in de gracht, als een nietig medicijnmeester en een moeilijk vertrooster.
Joachimus Mobachius,predikant te ’s-Hertogenbosch
(”De staat van een uitverkorene”, 1744)