De Servisch-Bosnische premier Mikerevic zei vrijdag dat zijn regering „alle verdachten van oorlogsmisdaden, ook Radovan Karadzic, aanspoort zich aan te geven”. Mikerevic voegde daar aan toe dat zijn regering er garant voor staat dat de verdachten op vrije voeten blijven tot dat ze daadwerkelijk aan het tribunaal worden uitgeleverd. Hij zei te hopen dat „onze instanties hun werk zullen doen om deze belofte in te lossen”.

Mikerevic deed zijn oproep na een ontmoeting met de reizende Amerikaanse ambassadeur Pierre-Richard Prosper, die zich speciaal bezighoudt met oorlogsmisdaden.

Karadzic trok zich in 1996 uit het openbare leven terug en houdt zich vermoedelijk schuil in het zuid-oosten van Republika Srpska. De internationele gemeenschap dringt bij de Bosnisch-Servische autoriteiten al jaren aan op de uitlevering van Karadzic. Die gaven eerder niet thuis. Karadzic heeft volgens de Bosnische media ook een netwerk van honderden handlangers die hem helpen de politie en SFOR te ontlopen.

De hoge vertegenwoordiger van de internationale gemeenschap in Bosnië, Lord Paddy Ashdown, dreigde vorige week met sancties tegen dat netwerk, maar specificeerde zijn dreigement niet.

Karadzic is in 1995 aangeklaagd door het Joegoslavië-Tribunaal, onder meer wegens genocide na de val van Srebrenica en wegens oorlogsmisdaden bij de belegering van Sarajevo.