„Olierijkdom leverde burgers Guinea niets op”
MADRID (ANP) – Het bewind in Equatoriaal–Guinea presteert wereldwijd het slechtst als het gaat om het eerlijk verdelen van olierijkdom. Dat stelt Human Rights Watch in een rapport dat donderdag werd gepubliceerd.
Sinds de eerste oliebron begin jaren ’90 werd aangeboord, steeg het bruto binnenlands product van Equatoriaal–Guinea volgens de HRW–onderzoekers met meer dan 5000 procent. De olieinkomsten bedroegen in 2008 ongeveer 3,4 miljard euro, tegen 2,1 miljoen euro in 1993.Op grond van de miljardeninkomsten zouden de circa een half miljoen inwoners van Equatoriaal–Guinea ongeveer even welvarend moeten zijn als Spanjaarden en Italianen. De praktijk is anders, zo weet onderzoeker Arvind Ganesan van de mensenrechtenorganisatie. De inwoners van Equatoriaal–Guinea „leven in een armoede die erger is dan in Afghanistan of Tsjaad", aldus Ganesan. In de afgelopen jaren steeg de sterfte onder kinderen zelfs.
In tegenstelling tot zijn onderdanen gaat het juist erg goed met dictator Teodoro Obiang, aan de macht sinds 1979, en zijn kliek. Zij verrijkten zich op grote schaal. Zo spendeerde een zoon van Obiang tussen 2004 en 2006 ruim 31 miljoen euro aan huizen en luxe auto’s in Californië en Zuid–Afrika. Ter vergelijking: in 2005 besteedde Equatoriaal–Guinea 31 miljoen euro aan onderwijs.
„Miljarden dollars aan olie–inkomsten hebben niet geresulteerd in breed gedeeld economisch profijt voor de bevolking of belangrijke verbeteringen van de mensenrechten, waarmee Equatoriaal–Guinea een klassiek voorbeeld is van een autocratische en ondoorgrondelijke olierijke staat", aldus HRW.
De mensenrechtenorganisatie wil dat de Verenigde Staten en voormalig kolonisator Spanje de machthebbers in Equatoriaal–Guinea onder druk zetten om de situatie voor de burgers te verbeteren. Dat kan bijvoorbeeld door geen visa te verstrekken aan verdachten van corruptie en door hun tegoeden op buitenlandse bankrekeningen te bevriezen.