Binnenland

Opiniepeilingen nattevingerwerk

Als er verliezers zijn aan te wijzen na de verkiezingen van afgelopen woensdag, dan zijn het wel de opiniepeilers. Maurice de Hond voert de zwarte lijst met stip aan. Hij heeft de schijn tegen zich dat hij PvdA en SP structureel bevoordeelde. Maar ook andere opiniepeilers maakten inschattingsfouten. Tijd voor een debat over de plaats van de peilingen.

24 January 2003 14:37Gewijzigd op 14 November 2020 00:05
Demissionair premier Balkenende kijkt met interesse naar de verkiezingsuitslag.
Demissionair premier Balkenende kijkt met interesse naar de verkiezingsuitslag.

„Hij is een schoft, een oplichter”, foeterde een CDA-medewerker op de avond van de verkiezingen. GroenLinks-lijsttrekker Halsema noemde hem een „sterrenwichelaar.” In een groot landelijk ochtendblad stelde een briefschrijver dat De Hond zijn linkse toko promoot door in de peilingen al twintig jaar lang de PvdA te hoog in te schatten.

Dit keer waren zijn peilingen wel heel opmerkelijk. De SP zou fors winnen en de PvdA zou de grootste worden, zo luidden kortweg enkele conclusies uit de prognoses van Maurice de Hond. De goeroe van de peilers was al in de jaren ’80 actief om peilingen te maken. Na een mislukt internetavontuur heeft hij zich weer helemaal op de kiezersmarkt gestort. De rentree was niet best. De SP won niets en de PvdA werd niet de grootste.

Komeet
Een dikke maand geleden schoot de SP in de prognoses van De Hond als een komeet omhoog. Marijnissen zou meer dan twintig zetels behalen. De kiezers die graag bij een winnaar willen horen, volgden braaf. Ook in andere peilingen steeg de SP daarom gestaag.

Na het eerste televisiedebat tussen de lijsttrekkers, op 5 januari, noemde de linksgeoriënteerde Volkskrant-journalist Tromp PvdA-voorman Bos ineens „de grote ontdekking” van de campagne. De Hond sloeg aan het peilen en wat bleek? Bos zou met 41 zetels de grootste worden. Het CDA zou blijven steken op 38. De andere opiniepeilers, NIPO en Interview-NSS, gaven de PvdA niet meer dan 35 zetels. Het CDA zou volgens De Hond flink zetels verliezen. Daar was in de andere opiniepeilingen niets van te merken. Die gaven het CDA een voorsprong van acht zetels op de PvdA.

Deze cijfers leidden tot gekissebis over de peilmethoden. Wilde De Hond niet al te graag peilen wat hij zelf als meest gewenste verkiezingsuitslag ziet? De opiniepeiler heeft namelijk nooit onder stoelen of banken gestoken dat de PvdA zijn partij is.

Wie iets zinnigs wil zeggen over de methoden, moet weten hoe peilers werken. Het NIPO heeft een vast panel van 2000 mensen die wekelijks via de computer mogen aangeven op wie ze zouden gaan stemmen. Interview-NSS belt, verspreid over twee weken, 1200 willekeurige telefoonnummers en komt dan met een gemiddelde peiling. De Hond beheert 25.000 e-mailadressen. Daar kiest hij er dagelijks 2000 uit en wie hem een berichtje terugstuurt, wordt meegenomen in de peiling.

Twijfels
Prof. dr. Galen Irwin van de Rijksuniversiteit Leiden, heeft twijfels bij de methode van De Hond. „De e-mailrespondenten zijn vooral politiek geïnteresseerden en internetgebruikers. Zijn onderzoek lijkt niet representatief.” Vooral ouderen zijn ondervertegenwoordigd en het stemgedrag van sommige andere bevolkingsgroepen peilt De Hond niet eens.

Om tot hun definitieve peiling te komen laten de bureaus op hun ruwe gegevens allerlei correctiemechanismen los. Daarmee willen ze ondervertegenwoordigde groepen in de uiteindelijke prognose toch goed meenemen. Als blijkt dat er in de ruwe peiling verhoudingsgewijs meer mensen met een hoog inkomen meededen, wordt dat gecorrigeerd tot de werkelijke verhoudingen. De mening van mensen met een laag inkomen telt dan zwaarder. Ook voor geslacht, leeftijd en regio’s gelden wegingsfactoren.

Met name het recept van De Hond om de stemmen te wegen, blijkt nogal wat vragen op te roepen. In CDA-kring wordt gesproken over het „nattevingerwerk van de peilingen in het algemeen en van De Hond in het bijzonder.” Irwin: „Wat hij precies doet, is niet duidelijk. Als je bepaalde bevolkingsgroepen niet in je onderzoek hebt, kun je ze ook niet wegen. Iets wat je niet hebt, krijg je er ook niet in.”

Trends
De Hond wuift alle kritiek weg. „Trends die in de ene bevolkingsgroep spelen, zijn ook in andere groepen aanwezig. Bovendien hebben alle methoden voor- en nadelen.” Het verwijt dat hij met getallen tovert, werpt de opiniepeiler verre van zich door te attenderen op de werkwijze van andere bureaus. „Die geven ook geen volledige openheid over hun methodiek.”

De Hond benadrukt dat hij door zijn dagelijkse peilingen trends eerder onderkent dan anderen. Daar zit een kern van waarheid in, maar tegelijkertijd is ook waar dat peilingen invloed hebben op de andere prognoses en ook op de uitslag. De Hond doet daar niet moeilijk over. „Waarom zouden de peilingen de uitslag niet mogen beïnvloeden? Ik vind dat heel bevoogdend. We verbieden de debatten toch ook niet?”

De vraag of De Hond met zijn hypes rond SP en PvdA manipulerend bezig is geweest, kan niet zonder meer ontkennend of bevestigend worden beantwoord. Zijn manier van werken is oncontroleerbaar.

Maar gegeven het feit dat peilingen de andere peilingen en zelfs de uitslag beïnvloeden, moet de objectiviteit van de peilingen boven alle twijfel zijn verheven. En die zekerheid is er niet. „We kunnen het niet bewijzen, maar we verdenken de linksgeoriënteerde De Hond ervan dat hij de hypes van SP en PvdA bewust heeft opgeblazen”, zo merkten diverse CDA’ers op tijdens de uitslagenavond.

Diepe ontevredenheid
De ontevredenheid bij de politieke partijen, uitgezonderd de PvdA, over de enorme publiciteit die de peilingen dit keer met zich meebrachten, zit diep. CDA, VVD, LPF, D66 en GroenLinks vinden dat daardoor de inhoudelijke discussies op de achtergrond zijn geraakt. Het CDA wil met de andere campagneleiders een fundamenteel debat over het nut en de betrouwbaarheid van peilingen.

Volgens de directeur van het Wetenschappelijk Instituut voor het CDA, dr. A. Klink, moet er een symposium over dit onderwerp komen. Zijn inzet is dat ons land Frankrijk moet navolgen. Daar mogen de laatste twee weken voor de verkiezingen geen peilingen meer in de publiciteit komen. ChristenUnie-lijsttrekker Rouvoet bepleitte aan het begin van de campagne ook een publicatieverbod van peilingen een week voor de verkiezingen.

De beste opiniepeiling is de verkiezing zelf, zo zeggen politici altijd. Vergelijking van de polls van de afgelopen week met de echte uitslagen, brengt een aantal dingen aan het licht. In de eerste plaats dat alle peilers PvdA en SP te hoog hebben ingeschat en CDA en LPF te laag.

De LPF bemachtigde woensdag acht zetels, terwijl de gemiddelde peilingen de volgelingen van Pim niet meer dan zes à zeven zetels beloofden. Voor de SP gold het tegendeel. Die stond in de polls vaak op elf zetels en nog hoger, maar de ex-maoïsten bleven drie dagen geleden steken op het huidige aantal van negen.

De grootste linkse partij, de PvdA, bleek het in de peilingen ook veel beter te doen dan in de praktijk. De trend in de tien peilingen voorafgaand aan de verkiezingen beloofden dat de PvdA de grootste zou worden met 44 of 45 zetels en dat het CDA de koppositie zou moeten opgeven.

In werkelijkheid was het precies omgekeerd. Het CDA blijft de grootste met 44 zetels en de PvdA moet genoegen nemen met 42. Wonderlijk dat geen van de bureaus voorspelde dat het CDA de grootste zou blijven.

Extra verwijt
De Hond treft in dit verband een extra verwijt. De PvdA-peiler kwam op de dag van de verkiezingen nog met een peiling waarin hij nog volhield dat zijn partij de grootste zou worden met 44 zetels en dat het CDA er 42 zou krijgen.

Zijn laatste peiling zat er in totaal maar liefst veertien zetels naast. Met uitzondering van de SGP, peilde De Hond alle partijen verkeerd. De staatkundig gereformeerden behaalden in de prognose en in werkelijkheid twee zetels. De ChristenUnie heeft er nu drie, De Hond dacht vier. GroenLinks heeft er acht, De Hond dacht zes. Voor D66 geldt zes en vijf, voor de LPF acht en zes, voor de SP negen en elf en voor de VVD 28 in plaats van dertig.

Over het geheel genomen zat Interview-NSS met zijn laatstgehouden peiling het dichtst bij de uiteindelijke uitslag. Het bureau, dat elke vrijdag via het televisieprogramma NOVA de uitslag naar buiten bracht, zat er in totaal slechts zes zetels naast. De peiling van het NIPO zat er in totaal twaalf zetels naast.

„De Hond is de verliezer. Hij heeft een risico genomen door op de verkiezingsdag nog te peilen. Zijn cijfers zouden daarom beter moeten zijn dan die van de rest”, zo merkt Irwin terecht op.

Overheerst
Deze campagne is meer overheerst door de peilingen dan de vorige. Dat kwam vooral door het dagelijks peilen. Dat bracht een eigen dynamiek met zich mee. Zowel de hype van SP als die van PvdA werd in de (linkse) media stevig uitvergroot.

De vraag is wat er kan worden gedaan om tijdens een volgende campagne zo’n beïnvloeding door peilingen te voorkomen. De discussie dient toch vooral over de inhoud van de partijprogramma’s te gaan? De campagnestrategen zijn het in ieder geval aan zichzelf verplicht om deze kwestie, nu de verkiezingen achter de rug zijn, gezamenlijk te bespreken. Dat zou kunnen leiden tot een openbaar debat. In het verleden is het al te vaak gebeurd dat de discussie over opiniepeilingen meteen na de verkiezingen ophield.

Wellicht dat het deze keer anders kan. De directeur van Interview-NSS, Reinier Heutink, heeft op de dag van de verkiezingen zijn medewerking al toegezegd. Hij weet als geen ander dat grote verschillen tussen peilingen onderling en tussen peilingen en de daadwerkelijke uitslag op enig moment alle bureaus in diskrediet brengen.

Heutink is bereid tot meer openheid over zijn methodiek. Hij riep zijn concurrenten ook op tot meer duidelijkheid over de gebruikte correctiemechanismen. De Hond kan zich aan die oproep niet onttrekken. Dan zal hij moeten aantonen dat zijn peilingen geen bewuste misleidingen zijn en meer dan nattevingerwerk.

Meer over
Formatie 2003

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer