„Huis voor Democratie moet onpartijdig zijn”
Het Huis voor Democratie moet onafhankelijk zijn en neutrale informatie geven over hoe politiek Den Haag werkt.
Dat stelden verschillende experts gisteren tijdens een hoorzitting in de Tweede Kamer over de inrichting van het Huis voor Democratie en Rechtsstaat.Het Huis voor Democratie en Rechtsstaat moet de kernwaarden van de democratie uitdragen, met name aan jongeren. In 2006 nam de Kamer een motie van dien aard aan van toenmalig SP-fractievoorzitter Marijnissen en CDA-Kamerlid Verhagen.
Met name dr. J. Th. J. van den Berg, voorzitter van het Forum Democratische Ontwikkeling, is niet gerust op de waarborging van onafhankelijkheid. Hij vreest verregaande bemoeienis van de Kamer met de inrichting van het huis. Hij refereerde daarbij aan de Kamerdebatten over het Nationaal Historisch Museum. „De Kamer moet zijn handen thuis houden.”
Wat de onafhankelijkheid van het Huis voor Democratie ook in gevaar kan brengen, is sponsoring door bedrijven, aldus P. B. M. van Dijk, directeur van het Instituut voor Publiek en Politiek. Principieel heeft ze geen moeite met sponsoring, als dat er maar niet toe leidt dat bedrijven op hun beurt vragen om inhoudelijk een bijdrage te kunnen leveren.
Zo’n vaart zal het echter niet lopen, denkt A. E. H. L. Burgers van den Bogaert, voorzitter van de Stichting Huis van de Democratie. Bedrijven zouden volgens hem graag willen investeren in het huis. Zij zien een dergelijke instelling als een teken van een „stabiel ondernemersklimaat.”
Het is de bedoeling dat het Huis voor Democratie in 2013 zijn deuren opent.