China neemt maatregelen tegen geweld
De Chinese autoriteiten hebben dinsdag maatregelen afgekondigd voor de hoofdstad Urumqi van de westelijke provincie Xinjiang, waar zeker 150 doden vielen door etnisch geweld tussen Oeigoeren en Han-Chinezen.
De plaatselijke autoriteiten zeiden aanvankelijk dat zij een uitgaansverbod hadden ingesteld, maar later spraken ze van „verkeersbeperkingen.”De autoriteiten sloten in delen van Urumqi ook de toegang tot internet af omdat zij de informatiestroom gevaarlijk vinden. De leider van de plaatselijke Communistische Partij, Li Zhi, sprak de hoop uit dat de maatregelen ertoe bijdragen dat de rust terugkeert in Urumqi.
De politie en paramilitaire troepen hadden eerder gisteren nog traangas gebruikt om een eind te maken aan de jongste rellen. Honderden Han-Chinezen waren bewapend met onder meer messen, metalen pijpen en knuppels de straat opgegaan. Zij vernielden winkels van de Oeigoeren, de oorspronkelijke en overwegend islamitische inwoners van de regio. Ook bekogelden Oeigoeren en Han-Chinezen elkaar met stenen.
Veel Han-Chinezen zinden op wraak na eerdere aanvallen van Oeigoerse kant. „Ze vielen ons aan. Nu is het onze beurt”, aldus een man in een woedende menigte Chinezen.
Het was voor de derde dag op rij onrustig in Urumqi. Behalve zeker 156 doden, vielen er de afgelopen dagen zeker 1000 gewonden. Het geweld escaleerde na een massale vechtpartij eind vorige maand in een Zuid-Chinese speelgoedfabriek, waar Han-Chinezen hun Oeigoerse collega’s hadden beschuldigd van diefstal. Duizenden Oeigoeren keerden zich tegen de autoriteiten en tegen de etnische Chinezen, die zij al jaren als koloniale overheersers beschouwen. De Turkssprekende minderheid zou door de Han-Chinezen worden onderdrukt en gediscrimineerd.
Het Chinese staatspersbureau Xinhua meldde dat zeker 1400 verdachten zijn aangehouden in verband met de etnische rellen. Volgens Oeigoeren gaat het vooral om arrestanten uit hun bevolkingsgroep. Ongeveer 200 Oeigoeren betoogden gisteren in Urumqi korte tijd voor hun vrijlating, maar de politie maakte een einde aan de demonstratie.
Het communistische regime in Peking meent dat de Oeigoeren verantwoordelijk zijn voor het geweld in Urumqi. Vertegenwoordigers van deze bevolkingsgroep die naar het buitenland zijn gevlucht, stellen dat de oproerpolitie op betogers heeft geschoten. Ook zou de politie over demonstranten heen zijn gereden.
Buiten China kwam het op meerdere plaatsen tot solidariteitsbetuigingen met de Chinese Oeigoeren.
Onbekenden gooiden dinsdagnacht drie molotovcocktails naar het Chinese consulaat in de Zuid-Duitse stad München.