KPN meent recht te hebben op ongeveer 80 miljoen euro, zo heeft een woordvoerder vrijdagmorgen aangegeven.

Het telecomconcern heeft inmiddels bij de overheid een factuur met BTW-specificatie opgevraagd. Aan de hand van de factuur zal KPN bepalen of het naar de rechter stapt om zijn BTW-standpunt te laten toetsen.

Mocht KPN door de rechter in het gelijk worden gesteld, dan zullen waarschijnlijk ook de andere vier licentiehouders van een Nederlandse UMTS-frequentie hun BTW-deel terugvorderen. De vijf telecomconcerns waren in 2000 elk 540 miljoen euro kwijt voor een licentie. Een afgedwongen teruggave van BTW-geld kost de overheid in totaal ongeveer 400 miljoen euro.

Het optreden van KPN maakt deel uit van een breder offensief van de Europese telecomindustrie. Ook in Duitsland hebben branchegenoten van KPN al teruggave gevraagd van BTW over de UMTS-licentie. Het gaat daarbij om Quam, een samenwerkingsverband van het Finse Sonera en het Spaanse Telefónica, en om Deutsche Telekom. Ook KPN overweegt in Berlijn BTW-geld terug te vragen. In dat geval zou het om een bedrag van 1,2 miljard euro per licentie gaan.

De Europese telecomconcerns zitten flink in hun maag met de vele miljarden die zij op het hoogtepunt van de ict-hype voor UMTS hebben neergeteld. „De hele industrie is van mening dat er te veel is betaald”, stelt de KPN-woordvoerder.

De BTW-claim lijkt een verfijning van de vorig najaar ingezette strategie. In september eiste de Finse minister Sasi (Communicatie) namens de industrie nog het hele totaalbedrag van 50,5 miljard euro terug dat de Duitse overheid met de UMTS-veiling had geïncasseerd. Berlijn hoonde de eis weg. De Duitse regering stelde niet verantwoordelijk te zijn voor de „verkeerde inschattingen” van bieders.