Omslag nodig naar duurzame en solidaire levensstijl
De wereldwijde crises vragen om een omslag naar een duurzame en eerlijke levensstijl, meent Ineke Bakker. De oecumenische traditie biedt daarvoor belangrijke aanknopingspunten.
De wereldwijde financiële en economische crisis treft miljoenen mensen in zowel rijke landen als in ontwikkelingslanden. De Wereldbank becijferde dat er door de crisis al meer dan 100 miljoen mensen tot armoede zijn vervallen. Dit aantal komt boven op de 130-150 miljoen mensen die in 2008 onder de armoedegrens terechtkwamen door de energie- en voedselcrisis.Voor deze wereldwijde crisis bestaan geen simpele oplossingen, omdat zij onderdeel is van een veel groter probleem. Er is niet enkel de financiële crisis, we hebben ook te maken met de voedsel- en energiecrisis, de milieucrisis en klimaatverandering, de grondstoffencrisis, de wereldwijde armoede en de hardnekkige ongelijke inkomensverdeling tussen en binnen landen.
Herstel van de verhoudingen van vóór de kredietcrisis zal deze veelkoppige crisis daarom niet oplossen. Het is hoog tijd voor een diepgaande omslag naar een werkelijk duurzame en solidaire economie. Daarvoor zijn financiële en economische maatregelen zeer belangrijk, maar er is méér nodig. De crisis vraagt dat mensen in de rijke landen veel duidelijker kiezen voor een duurzame en solidaire levensstijl, die rekening houdt met de belangen en behoeften van mensen elders op de wereld en van toekomstige generaties.
Die noodzakelijke keuze maken de meeste mensen niet vanzelf. Zelfs als ze oprecht overtuigd zijn van de noodzaak om hun gedrag aan te passen, doen ze dat vaak weinig consequent. Daarom is het belangrijk na te gaan wat kan helpen om ernst te maken met een andere manier van leven, werken, eten, reizen, vieren, consumeren en produceren.
Netwerken
In de oecumenische traditie vallen daarvoor minstens drie aandachtspunten te onderscheiden.
Om werkelijk langdurig een andere manier van leven vol te houden, hebben mensen andere mensen nodig. Geen mens houdt het in zijn of haar eentje vol. Daarom is het zo belangrijk dat mensen participeren in sociale netwerken om van elkaar te leren, alternatieven uit te proberen, ervaringen uit te wisselen en te oefenen om duurzaam en rechtvaardig te leven. Kerken en religieuze gemeenschappen, maar ook buurten, beroepsgroepen, maatschappelijke organisaties, virtuele netwerken et cetera kunnen die rol van stimulans en steun vervullen.
Met gemeenschappen en netwerken alleen zullen we het niet redden. Mensen hebben ook een ethische basis, een collectief waardesysteem nodig, dat hen helpt dagelijks keer op keer goede keuzes te maken. De meeste dingen doen we onbewust. Als we anders willen gaan leven, zullen we bij een groot aantal handelingen of automatismen– zoals het pakken van de auto voor de boodschap om de hoek– vraagtekens moeten zetten. We moeten wennen aan nieuwe keuzes.
Om dat goed te doen is het handig als mensen kunnen steunen op een ethische basis, een waardesysteem dat zegt dat duurzaamheid belangrijker is dan gemak, dat delen leuker is dan je omgeving imponeren met al weer een nieuwe auto. Religies en levensbeschouwingen kunnen helpen bij het vormgeven van zo’n waardesysteem, omdat dit soort duurzame en solidaire waarden bij wijze van spreken al klaarliggen. Denk aan waarden als gerechtigheid, participatie en duurzaamheid uit de oecumenische traditie.
- Kerken en andere organisaties hebben vele jaren campagnes gevoerd om waarden als duurzaamheid en solidariteit sterker onder de aandacht te brengen. Veel mensen zijn hierdoor beïnvloed, maar de veranderingen zijn beperkt gebleven.
Binnen Oikos hebben we geleerd dat oproepen tot soberheid en matiging niet voldoende zijn. Willen mensen werkelijk tot ander gedrag komen, dan zijn ook verleidelijke beelden en aantrekkelijke voorbeelden nodig. Mensen moeten zich kunnen voorstellen dat een andere levenswijze mogelijk, ja zelfs aantrekkelijk is. Visioenen van een rechtvaardige wereldsamenleving, maar ook voorbeelden van concrete praktijken in het leven van alledag.
Voorwaarden
Natuurlijk helpt het als de overheid daarvoor voorwaarden schept en het mensen gemakkelijker maakt om eerlijke producten uit ontwikkelingslanden te kopen, bij te dragen aan ontwikkelingsprojecten, om groene energie te gebruiken en duurzamer te leven. Maar veel mensen gaan er pas toe over als ze de concrete (voor)beelden voor zich zien. Ook daarmee kunnen kerken en religieuze gemeenschappen –en zij niet alleen– een steentje bijdragen.
De crisis vraagt om méér dan financiële oplossingen. Kerken, religieuze gemeenschappen en andere maatschappelijke organisaties hebben mogelijkheden en middelen om een nieuwe duurzame en eerlijke economie te helpen vormgeven. Op lokaal, nationaal en internationaal niveau zijn er al vele initiatieven. Het wordt hoog tijd dat die de krachten bundelen en dat zij serieus genomen worden.
De auteur is directeur van Oikos (Oecumenisch Instituut voor Kerk en Ontwikkelingssamenwerking).