Hier op aarde zijn nog veel onvolmaaktheden en gebreken van het lichaam der verlosten. Daarover moeten ze hier zuchten en tranen schreien. Wie zal alle ellende en ziekten optellen waaraan het menselijk lichaam na de zondeval onderworpen is? Ja, schoon iemand nog zo gezond van lichaam is, nochtans wordt hij door de ouderdom verzwakt en krijgt hij veel gebreken. Daarom wordt in Prediker van kwade dagen geschreven: „In dewelke wij geen lust hebben.”Ook daarvan zullen Gods kinderen bevrijd worden. Het zwakke en ellendige lichaam, dat met zo veel gebreken bezet is, zal straks volmaakt, sterk, geestelijk heerlijk en onsterfelijk opgewekt worden. Het zal Christus’ verheerlijkte lichaam gelijkvormig worden, wanneer er geen rouw of gekrijt of moeite meer zal zijn. Alle tranen die men tijdens zijn smarten vergoten heeft, zullen dan afgewist worden. Er zal dan geen spoor van zwakheid meer gevonden worden.

Hier zijn veel verdrukkingen en gevaren waaraan een mens om der zonde wil onderhevig is. Dit alles zal daar een einde hebben. Paulus zegt: „De Heere zal mij verlossen van alle boos werk…”

W. E. Ewald,predikant te Bremen

(”Betrachtingen over het eeuwige leven”, 1735)