De prins en de bank
”Hij is zo betrouwbaar als de Bank van Engeland”. Dat spreekwoord heeft oude papieren, maar door de huidige economische omstandigheden is het de vraag of degene van wie dit gezegd wordt het nog als een compliment beschouwt. De bank kwam al eind 2007 in opspraak, omdat hij bij de start van de financiële crisis de noodlijdende Northern Rockbank niet te hulp wilde schieten. De bankpresident zou te laat door hebben gehad welke omvang het probleem kreeg. De ‘val’ van Northern Rock wordt sindsdien beschouwd als de eerste klap van de kredietcrisis aan deze kant van de oceaan.
De Bank van Engeland werd eind zeventiende eeuw opgericht op initiatief van de Nederlandse prins Willem III, toen koning van Engeland. Zijn verre nazaat, prins Willem-Alexander, raakte dezer dagen in opspraak vanwege de rol die hij speelt bij de evenknie ervan: De Nederlandsche Bank (DNB).De DNB ligt al langer onder vuur. Is president Wellink niet veel te naïef geweest over de invloed van de crisis voor Nederlandse financiële instellingen? Had hij niet eerder de alarmklok moeten luiden over het dreigende failliet van internetspaarbank Icesave? En nu Wellink daarover meer dan eens duchtig aan de tand gevoeld is maar van geen wijken weet, straalt de onvrede ook af op de prins. Die is lid van de raad van commissarissen van DNB en dient toezicht te houden op het beleid van de bank. Een Kamermeerderheid zou al willen dat Willem-Alexander zijn commissariaat neerlegt.
Het gevaar van deze discussies is dat er op de achtergrond allerlei andere sentimenten gaan meespelen. Van belang is dan om goed te onderscheiden welke functie het commissariaat van de prins precies heeft. Uiteraard is hij commissaris in volle rechten en niet zomaar toeschouwer, maar verwacht de Nederlandse bevolking nu echt dat de prins in zo’n vergadering als in augustus vorig jaar bankpresident Wellink de les leest en dwingt om snel te waarschuwen voor een dreigend debacle in IJsland?
Het commissariaat van de prins is voor een belangrijk deel een leerfase voor de toekomstige koning van Nederland. Hij houdt zich met name bezig met de interne organisatie en moet niet aangekeken worden op al of niet vermeende uitglijders van de bankpresident. En nu de betrouwbaarheid van DNB in het geding is, zou het vertrek van de prins daar alleen maar meer imagoschade aan toebrengen.
Dat betekent niet dat het om het even is welke taken Willem-Alexander in zijn aanloop naar de troon vervult. Neem zijn lidmaatschap van de Raad van State. Het is ondenkbaar dat hij daarbij juristen met een decennialange staat van dienst op de vingers tikt, maar tegelijkertijd is het een onmisbare leerschool voor een aanstaand troonopvolger.
De kritiek vanuit Den Haag komt ook over als gelegenheidspolitiek. Toen Willem-Alexander tien jaar geleden gevraagd werd toe te treden tot het Internationaal Olympisch Comité (IOC), was er weliswaar eerst veel commotie in de media, maar de Kamer stemde uiteindelijk wel in met zijn lidmaatschap. Als er één organisatie is waar de prins zijn vingers aan kan branden, is het wel een door corruptie besmette organisatie als het IOC.