Zelfbewust en zonder spoor van vrees
Als George Robertson einde dit jaar afscheid neemt van de NAVO, kan in ieder geval worden gesteld dat hij de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie op zelfbewuste wijze en zonder spoor van vrees heeft geleid. Voor de manier waarop hij hervormingen doorvoerde, oogstte hij de achterliggende jaren alom lof.
De nu 56-jarige Schot bekleedde voordat hij naar Brussel kwam tussen 1997 en 1999 de post van minister van Defensie in Groot-Brittannië. In oktober 1999 trad hij aan als tiende secretaris-generaal van het bondgenootschap. Hij volgde de Spanjaard Javier Solana op, die buitenlandcoördinator van de Europese Unie werd. De hoogste functie bij het bondgenootschap is twee keer door een Nederlander vervuld: Dirk Stikker (1961-1964) en Joseph Luns (1972-1985).
De robuuste Schot Robertson werd als Brits minister van Defensie een bekend gezicht tijdens de bombardementen op Joegoslavië tijdens de Kosovo-crisis. Voordat hij door premier Blair in 1997 werd opgenomen in het Labour-kabinet was hij twintig jaar parlementslid. Een woordvoerder van Blair zei bij zijn voordracht dat hij „precies de goede mengeling van expertise op het gebied van defensie en diplomatieke kennis heeft.”
George Islay Macneill Robertson werd in 1946 geboren op de Hebriden. In zijn jeugd ageerde hij tegen kernwapens zoals zoveel anderen die dat deden en later fervent voorstander van de strijdkrachten werden. Op zijn 29e werd hij gekozen tot voorzitter van de Schotse Labour-partij. Een jaar later won hij een parlementszetel in het district Hamilton. Een van zijn campagneonderwerpen in 1996 was een verbod op pistolen van een hoog kaliber, nadat in het Schotse Dunblane een lerares en zestien kinderen waren vermoord. In 1993 werd hij gekozen tot parlementariër van het jaar, na zijn rol in het afdwingen van een nationaal referendum over het Verdrag van Maastricht. Robertson is getrouwd en heeft drie kinderen.
„Ik kwam naar de NAVO met duidelijke doelen voor ogen: betere en meer relevante militaire mogelijkheden, de transatlantische banden handhaven, een effectief crisismanagement uitvoeren naar aanleiding van de lessen uit de Kosovo-crisis, hervatting en verdieping van de betrekkingen met Rusland, stevige basis voor uitbreiding, koers uitzetten voor democratie en stabiliteit op de westelijke Balkan, enzovoorts”, zei Robertson woensdag. Volgens Robertson zijn op de terreinen van al die gebieden de nodige stappen gezet. „De NAVO is klaar voor de 21e eeuw.”
De Brit nam in 1999 de leiding van de NAVO ter hand net nadat de alliantie met drie nieuwe lidstaten (Polen, Hongarije en Tsjechië) was uitgebreid en een eerste echte oorlog achter zich had. Robertson viel tijdens de oorlog met Joegoslavië al op door zijn onverzoenlijke houding jegens het bewind van president Milosevic. Als een ware havik vergeleek hij zonder enige schroom de NAVO-luchtacties met de strijd tegen Hitler-Duitsland. Ook riep hij als eerste dat Milosevic moest worden berecht door het Joegoslavië-tribunaal in Den Haag.
Robertson oogstte de afgelopen jaren veel lof voor de manier waarop hij hervormingen bij de NAVO doorvoerde. Onder zijn leiding werden in november zeven voormalige communistische landen uitgenodigd toe te treden tot het bondgenootschap. Ook ging de NAVO onder zijn leiding samenwerken met Rusland en hielp hij vorig jaar een oplossing tot stand te brengen voor de crisis in Macedonië.
Robertson staat bekend om zijn korte, puntige uitspraken, die zelden van enige humor zijn gespeend. Hoewel de secretaris-generaal van de NAVO slechts een soort ambtenaar van de lidstaten is, benut hij zijn ruimte zelfbewust. Zonder vrees voor de machthebbers houdt hij de Europeanen steeds weer voor dat zij meer geld voor defensie moeten uittrekken. Anderzijds laat hij echter ook nooit na de Amerikanen eraan te herinneren dat zij technische ontwikkelingen niet voor de andere lidstaten verborgen moeten houden.
Na de aanslagen van 11 september 2001 aarzelde Robertson niet lang. Hij bracht snel alle achttien bondgenoten van de Verenigde Staten binnen de alliantie ertoe te verklaren dat de aanvallen op New York en Washington een aanval op alle lidstaten betekenden. Het was de eerste keer dat de leden van het bondgenootschap artikel 5 van het NAVO-verdrag van toepassing verklaarden: een aanval op een lidstaat is een aanval op alle lidstaten.