„Taal van geweld zou ons vreemd moeten zijn”
Nu een oorlog tegen Irak dichterbij lijkt te komen, steken antiwesterse gevoelens in de Arabische wereld steeds vaker de kop op. Het in Jordanië wonende Amerikaanse echtpaar Peter en Hannah Stevenson ondervindt die vijandige houding dagelijks aan den lijve. „Als je in een taxi stapt, vragen ze tegenwoordig eerst of je uit de Verenigde Staten komt.”
„Allahu akbar.” De monotone stem van de muezzin echoot door de straten van de Jordaanse hoofdstad Amman. De oproep tot het gebed dringt ook door in de huiskamer van Peter en Hannah Stevenson. „Ik woon hier al meer dan twee jaar en nog altijd kan ik niet aan dat geluid wennen”, zegt Hannah. „Elke morgen word ik er wakker van. Maar hoe harder hij roept, hoe vuriger ik tot God bid - zeker nu er een oorlog in Irak dreigt.”
In de zomer van 2000 arriveerde het Amerikaanse echtpaar in Jordanië. De Arabische wereld was hun niet vreemd. Eind jaren zestig verbleven de Stevensons enkele jaren in Libië om daar voor de Amerikaanse vrijwilligersorganisatie Peace Corps te werken. Halverwege de jaren negentig woonden ze een periode in Libanon, waar ze in een weeshuis actief waren. Toen Peter tweeënhalf jaar geleden met de VUT ging, besloten zij zich in Amman te vestigen „om het Evangelie uit te dragen onder moslims en een brug te slaan tussen het Westen en de Arabische wereld.”
Dat verloopt niet altijd even makkelijk, geeft Hannah toe. „Om te beginnen is er het taalprobleem. We kunnen goed met de bevolking communiceren, maar veel nuances in het Arabisch ontgaan ons nog. Daardoor is het bijvoorbeeld ook moeilijk om tijdens een kerkdienst persoonlijk geestelijk voedsel te ontvangen. Daarom gaan we voorlopig regelmatig terug naar de VS om bij te tanken. Aan de andere kant is ons leven ontzettend verrijkt doordat moslims massaal hun deur voor ons open zetten.”
Op straat is de houding van veel Jordaniërs echter niet zo vriendelijk. Velen keren zich openlijk tegen de Amerikaanse plannen voor een aanval op Irak. Tijdens de Golfoorlog, begin jaren ’90, werd Jordanië overspoeld met honderdduizenden Iraakse vluchtelingen en kreeg de Jordaanse economie een gevoelige klap. Ook nu zijn de Jordaniërs bang dat militair ingrijpen door de VS een nieuwe stroom ontheemden op gang zal brengen en hen opnieuw zwaar in de portemonnee zal treffen.
„De vriendelijkheid van een aantal jaren geleden is voor een groot deel verdwenen”, stelt Peter. „Als je in een taxi stapt, vragen ze tegenwoordig eerst of je uit de Verenigde Staten komt. Desondanks hebben we ons tot nu toe nooit echt bedreigd gevoeld. Als je uitlegt dat je er nadrukkelijk voor hebt gekozen hier te gaan wonen en met een duidelijke missie bent gekomen, draaien de meesten wel bij. Er blijft echter een kleine groep radicalen die voor geen enkele rede vatbaar zijn. Hoewel hun aantal niet groot is, hebben ze toch veel invloed op het meer gematigde deel van de bevolking.”
Hoewel de oorlogsdreiging met de dag toeneemt en de Amerikaanse overheid haar burgers aanraadt niet naar Arabische landen te reizen, is het echtpaar Stevenson vastbesloten in Jordanië te blijven, zelfs als er een gewapend conflict uitbreekt. Hannah: „Zolang de taalopleiding open blijft, zullen wij niet vertrekken. Als de school dichtgaat, zullen we ons op volgende stappen beraden, maar ik zie dat vooralsnog niet gebeuren.”
Hoewel alle signalen uit Washington op het tegendeel lijken te wijzen, is de 56-jarige Amerikaanse ervan overtuigd dat er geen oorlog tegen Irak zal komen. „Ik denk dat Saddam Hussein dit keer door de knieën zal gaan. Het feit dat hij vorig jaar met nieuwe wapeninspecties heeft ingestemd, is daarvan het eerste bewijs. Bovendien wordt er door Arabische landen achter de schermen heel veel druk uitgeoefend: hetzij om aan de Amerikaanse eisen tegemoet te komen, hetzij om vrijwillig in ballingschap te gaan.”
Haar echtgenoot bestrijdt die mening. „Oorlog is onvermijdelijk. De VS zijn al te ver gevorderd met hun voorbereidingen. Het zou puur gezichtsverlies betekenen als Bush nu terug zou krabbelen. Natuurlijk probeert hij het allemaal netjes via de Verenigde Naties te spelen, maar hij heeft van het begin af aan gezegd dat hij zich het recht voorbehoudt aan te vallen - met of zonder VN-resolutie.”
Desondanks is Peter niet voor een oorlog tegen Irak. „Laat het duidelijk zijn dat het Iraakse regime heel veel slechte dingen doet, waarvan we de helft waarschijnlijk zelfs niet eens weten. Saddam is net zo kwaadaardig als Hitler. Maar militair ingrijpen levert op de lange termijn niets op. Het frustreert me enorm dat de Verenigde Staten de boodschap van 11 september niet hebben begrepen: los het probleem in Israël nu eens een keer op. Alleen dat slaat moslimfundamentalisten de munitie uit handen. Alleen dat zal het excuus voor terroristische aanslagen wegnemen.”
„Ik krijg het gevoel dat Bush niet écht in een oplossing voor het Palestijns-Israëlisch conflict is geïnteresseerd”, vervolgt Stevenson. „Als hij zich voor één keer eens niet druk zou maken om zijn herverkiezing, en substantiële druk op de partijen zou uitoefenen, zou de kans op vrede een stuk groter worden.”
Hannah sluit zich bij haar man aan: „Ik hoor alleen maar geluiden van oorlog. Maar waar hoor je over vrede spreken? Als christenen zouden we daarin het voortouw moeten nemen. Wij horen voorbeelden van Christus te zijn in deze wereld. De taal van geweld zou ons vreemd moeten zijn.”