Vijftien prominente tegenstanders van het militaire bewind die de coup zouden hebben beraamd, werden op 8 december 1982 vermoord. Volgens Van Haperen waren Nederland, België en de Verenigde Staten betrokken bij de invasieplannen in Suriname.Tegen Bouterse loopt al anderhalf jaar een strafproces over zijn betrokkenheid bij de 8 decembermoorden. Van Haperen meldde zich bij raadsman Irwin Kanhai van Bouterse met het verzoek om als getuige gehoord te worden. De krijgsraad bepaalde onlangs dat hij in belang van de waarheidsvinding alsnog gehoord moet worden door de rechter–commissaris. Het proces tegen Bouterse is geschorst tot het verhoor heeft plaatsgevonden.

Van Haperen meldde zich dinsdagmiddag in Paramaribo bij de rechter–commissaris. Na een kort onderhoud met de magistraat kreeg hij te horen dat de militaire politie hem eerst zal verhoren. Donderdag vindt het officiële verhoor bij de rechter–commissaris plaats.

Van Haperen was zuinig met informatie en kondigde voor vrijdag een persconferentie aan. „Ik heb het decemberproces tot nu toe op de voet gevolgd omdat ik er zelf bij betrokken was”, merkte hij op. Hij werkte in die periode voor de Nederlandse militaire inlichtingendienst.

Van Haperen zegt dat hij niet eerder met de informatie naar buiten is gekomen, omdat hij bang was voor zijn veiligheid. In deze zaak zouden al eerder mensen zijn geliquideerd. Nu komt hij alsnog met zijn verhaal op de proppen.

Van Haperen is eerder genoemd in het boek ’Onder vreemde vlag’ van Rende van de Kamp. Hij zou in Nederland huurlingen rekruteren voor een coup tegen Bouterse.