Terugtrekken is nog geen thuiskomen
Het Amerikaanse leger maakt dinsdag een begin met de terugtrekking uit Irak. Dat betekent echter niet dat het thuisfront in de Verenigde Staten spoedig grote aantallen thuiskomers kan verwelkomen.
Dinsdag hebben Amerikaanse gevechtseenheden zich uit de Iraakse steden teruggetrokken. Met ingang van morgen krijgen de Iraakse strijdkrachten de verantwoordelijkheid voor de veiligheid in stedelijke gebieden. In geval van nood kunnen zij nog wel een beroep op de Amerikanen doen.Slechts enkele duizenden Amerikaanse militairen mogen nu al naar huis. Waar zij overigens kans lopen naar Afghanistan te worden uitgezonden, aangezien president Obama zijn aandacht naar de bestrijding van de taliban wil verleggen.
Een cruciaal moment vormen de Iraakse verkiezingen in januari volgend jaar. Tot de stembusstrijd zullen naar verwachting in elk geval 128.000 Amerikaanse militairen in Irak blijven. Daarna kan dat aantal geleidelijk aan worden afgebouwd. Uiterlijk eind 2011 moet het Amerikaanse leger uit Irak zijn verdwenen.
Of de Verenigde Staten zich daadwerkelijk volledig uit Irak zullen terugtrekken, is overigens nog maar de vraag. Het Iraakse leger is de afgelopen jaren weliswaar intensief getraind om de veiligheid in het land te garanderen, maar het is onzeker of het daar adequaat toe in staat zal zijn. De sjiitische parlementariër Qassim Daud pleitte er daarom deze week al voor om de mogelijkheid open te laten dat een deel van de Amerikaanse troepen tot 2020 –of zelfs tot 2025– in Irak blijft.
Vanuit Amerikaans oogpunt komt daar nog eens bij dat Washington er strategisch belang bij heeft een bruggenhoofd in het Midden-Oosten te behouden. Mocht zich een conflictsituatie in deze roerige regio voordoen, dan beschikken de Verenigde Staten over een uitvalsbasis om snel militaire slagkracht te kunnen ontplooien. Alleen al om die reden verwachten analisten dat Amerika zijn troepen niet volledig uit het Arabische land zal terugtrekken.
Ondanks die strategische motieven is er één groot ”maar”: de kosten van een blijvende militaire aanwezigheid in Irak. Econoom Joseph Stiglitz becijferde –vorig jaar– dat de werkelijke prijs van de oorlog in Irak al rond de 3 biljoen dollar ligt, inclusief de uitgaven voor de duizenden gehandicapte veteranen. En de teller loopt nog steeds.
Ook voor een land als de Verenigde Staten moet een buitenlands beleid wel betaalbaar blijven.