Hoofdaanklager Cambodja–Tribunaal stapt op
Robert Petit stapt op als de internationale co–hoofdaanklager van het Cambodja–Tribunaal. De Canadees zei woensdag in Phnom Penh tegen de pers dat aantijgingen van corruptie bij het hof moeten worden onderzocht.
Het tribunaal – officieel de Buitengewone Kamers in de Cambodjaanse Hoven – moet de misdaden onderzoeken van het bloedige bewind van de Rode Khmer, dat van 1975 tot 1979 aan naar schatting 1,7 miljoen Cambodjanen het leven kostte. Nederland behoort tot de negen belangrijkste donoren van het tribunaal, dat door de VN wordt gesteund. Ook heeft Nederland een rechter uitgeleend aan het hof, Katinka Lahuis van het gerechtshof in Leeuwarden.Tot nu toe loopt bij het tribunaal slechts één proces, tegen Kaing Guek Eav alias Duch, die tijdens het maoïstische schrikbewind verantwoordelijk was voor het beruchte martelcentrum S–21, waar meer dan 14.000 mensen zijn gedood. Daarnaast heeft het tribunaal vier andere verdachten aangeklaagd. De Cambodjaanse co–hoofdaanklager heeft andere aanklachten tegengehouden, naar eigen zeggen in het belang van nationale verzoening. Critici verdenken hem ervan dat hij vriendjes van premier Hun Sen wil beschermen. Die heeft voormalige hoge functionarissen van de Rode Khmer opgenomen in het regeringsapparaat.
Petit zei woensdag dat politici zich niet met het werk van het tribunaal moeten bemoeien. Pogingen de rechtsgang te beïnvloeden, vindt hij zeer onrustbarend. Hij zei tevens dat het hof nog steeds onvoldoende menskracht en financiën heeft om zijn taak te voltooien. Hij stapt per 1 september op; hij vertrekt officieel om persoonlijke redenen.