„Verbod op chloortransporten onrechtmatig”
Een verbod op de chloortransporten in Nederland is onrechtmatig en schiet bovendien zijn doel voorbij. Dat stelde de raadsman van Akzo Nobel dinsdag voor de rechtbank in Almelo. Naar zijn mening zijn de transporten wettelijk toegestaan en is er sprake van een „aanvaarde risicosystematiek.”
B. Vroklage uit Hilversum vroeg dinsdag in een kort geding om een verbod op chloortransporten. Hij woont „in de directe nabijheid van de spoorlijn.” Volgens hem is het risico op een enorme ramp met honderden doden en duizenden zwaargewonden veel te groot. De „alarmerende staat van onderhoud” op het Nederlandse spoorwegnet maakt het risico nog eens „onaanvaardbaar groot.”
Zijn raadsman J. van der Grinten haalde dinsdagochtend voorzitter mr. Pieter van Vollenhoven van de Raad voor de Transportveiligheid aan, want die heeft recentelijk nog laten weten dat „als binnen nu en drie jaar de grote klap komt niet kan worden aangevoerd dat we het niet hebben geweten.”
Enkele keren per week rijdt de ’chloortrein’ in nachtelijke uren van Delfzijl en Hengelo naar het Botlekgebied. Op jaarbasis gaat het om 65.000 ton chloor. Akzo heeft aangekondigd dat de chloortransporten in 2006 zullen stoppen. Tegen die tijd vinden productie en verwerking op één plek plaats.
Het chemieconcern is van mening dat de veiligheidsmaatregelen bij de transporten voldoende zijn en de kans op een ongeval uitermate gering is. Bovendien zou de „acceptatiegraad” niet in kort geding ter discussie moeten worden gesteld.
Vroklage voert aan dat de huidige chloortransporten geen maatschappelijk nut of belang dienen, maar louter financieel van belang zijn. Dat de kans op een ongeval klein is, werd enerzijds bestreden en anderzijds irrelevant genoemd. De mogelijkheid bestaat domweg, voerde Vroklage aan. Er moet volgens hem meer naar het grote effect dan naar de kleine kans worden gekeken.
De president van de rechtbank doet 28 januari om 14.00 uur uitspraak.