Binnenland

Dag en nacht toezien op een dementerende moeder

Dag en nacht staan ze klaar voor hun 89-jarige dementerende moeder. Niets is het echtpaar Van de Pol-Oudijn uit Barneveld te veel. „Als er geen liefde bij komt kijken, zouden we dit niet kunnen volhouden.”

Ewout van der Staaij
24 June 2009 09:51Gewijzigd op 14 November 2020 08:12
BARNEVELD – Het echtpaar Van de Pol-Oudijn uit Barneveld staat dag en nacht klaar om voor haar dementerende moeder, A. M. Oudijn-Veldhuyzen (89), te zorgen. Wel reiken familieleden ook regelmatig de helpende hand. Bovendien komen medebewoners van de bejaa
BARNEVELD – Het echtpaar Van de Pol-Oudijn uit Barneveld staat dag en nacht klaar om voor haar dementerende moeder, A. M. Oudijn-Veldhuyzen (89), te zorgen. Wel reiken familieleden ook regelmatig de helpende hand. Bovendien komen medebewoners van de bejaa

Er hangen sprekende bordjes in de voor ouderen bedoelde Barneveldse serviceflat ’t Achterdorp, waar Van de Pol beheerder van is. Zo wijst een bordje bezoekers op Jesaja 64: „En tot den ouderdom toe zal Ik Dezelfde zijn.” Achter de voordeur in kamer 15 van A. M. Oudijn-Veldhuizen spreekt een andere wandtekst ook van de menselijke verantwoordelijkheid: „De troue liefde spreeckt niet luyd, maer komt in cleyne daden uyt.”Het is echter bepaald niet klein te noemen om een dementerende moeder bij te staan, samen met haar te eten, op tijd de medicijnen te geven en als ze onrustig is bij haar te blijven slapen. Toch doet het echtpaar Van de Pol-Oudijn het. Alles staat in het teken van de zorg aan moeder. Zeven dagen per week, 24 uur per dag. Het hele jaar door.

„Ik moet er niet aan denken dat ze in een verpleeghuis terecht zou komen”, zegt haar dochter (65) hartgrondig. Ze woont met haar man (78) schuin tegenover de serviceflat waar haar moeder de laatste zes jaar lichamelijk en geestelijk sterk is afgetakeld. „Ze is helemaal afhankelijk van anderen geworden. Daarom zijn we ook meer bij moeder dan in ons eigen huis te vinden.”

Geboortekaartje

Haast roerloos zit de 89-jarige vrouw ondertussen in haar rolstoel. Wel kijkt ze onafgebroken naar de haar onbekende gasten. Een geboortekaartje van een achterkleindochter uit Ermelo houdt ze constant in haar hand. Het ene geslacht gaat, het andere geslacht komt.

Verzorgt in Ermelo moeder haar kind, hier in Barneveld verzorgt dochter haar moeder. „Alleen de lichamelijke verzorging laten we over aan de thuiszorg”, licht de oudste dochter van de bejaarde vrouw toe. „Wij hoeven haar niet te wassen, aan te kleden, in de rolstoel te helpen en in bed te leggen. Voor de rest doen we alles zelf.”

Respect, liefde, geduld en invoelingsvermogen zijn voor de mantelzorgster vier kernwoorden om te omschrijven hoe zij haar moeder wil benaderen. „Het is net als hoe je met een klein kind omgaat. Maar dat gaat als het goed is vooruit, terwijl onze moeder steeds verder achteruitgaat. Aangrijpend.”

De zorg voor moeder komt grotendeels aan op het echtpaar dat woont op loopafstand van de serviceflat, die uitgaat van het landelijk verband van de Oud Gereformeerde Gemeenten. Wel haast het echtpaar zich te zeggen dat van tijd tot tijd ook andere broers en zussen of andere familie­leden de bejaarde vrouw komen opzoeken. „We hebben een bezoekrooster voor de kleinkinderen en ook medebewoonsters van moeder komen haar trouw opzoeken en aandacht geven.”

Dagje vrij

Veel behoefte aan nieuwe vrijwilligers of familieleden die het echtpaar Van de Pol-Oudijn eens een dagje vrijaf zouden geven, hebben de twee eigenlijk niet. Hij: „Je moet dan zo’n hoop regelen voor een klein dagje uit, dat het er gewoon niet van komt. En we hoeven ook niet zo nodig op vakantie.” Zij: „Wel remt de zorg je enigszins in het aangaan van sociale contacten. Maar uiteindelijk ervaren wij de zorg voor moeder niet als een belasting. Het is op onze weg geplaatst en we doen het met de liefde van ons hart. We kunnen het gelukkig ook nog aan. Wel is het fijn als familieleden met je meedenken over de gang van zaken.”

Als Van de Pol en zijn vrouw terugkijken op de afgelopen jaren, dan was juist de tijd dat hun (schoon)moeder last kreeg van beginnend geheugenverlies een zware tijd. De dochter: „Ze was toen achterdochtig en begon ons overal van te beschuldigen. Dat was een moeilijke periode. Maar in deze fase is ze juist heel lief voor ons.”

Veel behoefte aan informatie, advies en ondersteuning van derden heeft de mantelzorgster niet. „Ik heb zelf jarenlang in een verpleeghuis gewerkt, dus ik weet bijvoorbeeld de weg naar het zorgloket.”

Wel is het echtpaar bereid om in de spiegel naar zichzelf te kijken met betrekking tot het hele reilen en zeilen. Zij: „Houden we niet te krampachtig de zorg in eigen hand? Durven we de zorg echt uit handen geven als dat beter zou zijn?”

Belangstelling en meeleven van de omgeving blijven belangrijk om het vol te houden, benadrukken de twee. Zij: „Juist ook van ambtsdragers, al kwamen ze enkel een gebed doen. Ik kan begrijpen dat ze liever een ander opzoeken, maar ook dementerenden hebben geestelijke bijstand nodig.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer