Cultuur & boeken

Revolutionairen zijn tot alles in staat

Den Haag worstelt met het populisme. Het is een oud verschijnsel. De Russische schrijver Dostojevski schetst in zijn roman ”Duivels” (1872) een genadeloos portret van sterke leiders en hun beloften.

Tjerk de Reus
24 June 2009 08:48Gewijzigd op 14 November 2020 08:12
„Wie verstandig is zullen wij aan ons binden, en de sukkels zullen we met geweld onderwerpen”, schrijft F. M. Dostojevski in zijn roman Duivels. Foto RD
„Wie verstandig is zullen wij aan ons binden, en de sukkels zullen we met geweld onderwerpen”, schrijft F. M. Dostojevski in zijn roman Duivels. Foto RD

„Concentreer je op de algehele vernietiging van de staat en haar ethiek. Wij zijn de blijvers, voorbestemd om de macht over te nemen. Wie verstandig is zullen wij aan ons binden, en de sukkels zullen we met geweld onderwerpen.” Dit zegt de meedogenloze volksopruier Pjotr Verchovensky uit Dostojevski’s roman ”Duivels” tegen een groepje volgelingen. Het doel dat hij voor ogen heeft, is heilig: de bestaande politieke orde moet omver worden gegooid. Dit doel heiligt de middelen: sociale onrust aanwakkeren, onvrede onder het volk gebruiken om de eigen macht te vergroten, leugens rondstrooien. Alles kan een middel zijn om een groter doel te bereiken en daarom rust op moord en doodslag geen taboe.Pjotr is natuurlijk een groteske figuur: een krachtig symbool van ‘de’ wereldverbeteraar. Wie droomt over een betere wereld, kan op een kwade dag op het idee komen dat zo’n betere wereld maakbaar is en dat macht en dwang best behulpzaam kunnen zijn. Dat is de les van Dostojevski, maar ook de les van de geschiedenis die hij lijkt te hebben voorzien: de Russische Revolutie, het gewelddadige tijdperk van Stalin en diens opvolgers.

Profetisch

Grote romans blijven actueel en profetisch. Fjodor Dostojevski (1821-1881) is een schrijver van het allerhoogste niveau en hij schreef een aantal romans die altijd weer lezers verrassen, schokken en aan het denken zetten. Dat geldt ook voor zijn roman ”Duivels”, die onlangs in een geheel nieuwe Nederlandse editie verscheen. Het verhaal speelt in het Rusland van de tweede helft van de negentiende eeuw. Hoewel de Russische Revolutie van 1917 nog zo’n vijftig jaar op zich zou laten wachten, staken in Dostojevski’s tijd al allerlei revolutionaire bewegingen de kop op. Daar was wel reden voor, want de maatschappelijke situatie was verre van plezierig. Er was grote armoede en het bewind van de tsaar was streng, zeker na het Europese revolutiejaar 1848. Ontevredenheid alom, alle reden voor verzet.

Dostojevski was in een eerdere fase van zijn leven betrokken geweest bij een beweging die politieke vernieuwing nastreefde. Als gevolg daarvan was hij bijna gefusilleerd en moest hij een aantal jaren in een strafkamp doorbrengen. Op het moment dat hij de roman ”Duivels” schreef –het boek verscheen in 1872– lag die periode al ver achter hem. Hij had intussen kritische inzichten ontwikkeld over het revolutionaire élan dat voortdurend onrust bracht in de Russische samenleving. ”Duivels” valt te beschouwen als een analyse van het streven naar een nieuwe, heilrijke maatschappij.

Dostojevski was een toegewijde gelovige en hechtte grote waarde aan de Russisch-orthodoxe geloofstraditie. Zijn diagnose van de revolutionaire en populistische bewegingen heeft alles te maken met zijn geloofsvisie, die hij in allerlei opstellen helder uiteengezet heeft. In zijn romans ligt het vaak implicieter. Dostojevski was geen auteur die zijn romans schreef vanuit een vooraf vaststaand recept voor de genezing van mens en samenleving. Nergens in zijn literaire werk demonstreert hij het vanzelfsprekende gelijk van het christendom. Kenners van zijn oeuvre stellen juist dat hij talloze ‘stemmen’ in zijn verhalen en romans laat doorklinken. Geen eenduidigheid dus, maar een polyfonie, een samenspel van uiteenlopende klanken. Dat geeft een geweldige spanning aan zijn romans.

Dostojevski spaarde daarbij zichzelf niet. Hij onderwierp ook zijn eigen overtuigingen aan een nietsontziend onderzoek. Tegelijk valt er een spiritueel licht over zijn vertellingen, die verraden in welke hoek de schrijver het verlossende inzicht zocht. In de roman ”Duivels” koos hij niets voor niets voor een motto uit Lukas 8: de geschiedenis van Jezus Die duivels uitdreef en in een kudde zwijnen liet varen. Voor Dostojevski was de duivel geen hersenschim van simpele gelovigen. Het demonische was voor hem uiterst reëel en toonde zijn gruwelijke aard in tal van opvattingen en daden van verhaalfiguren.

Veelomvattend

”Duivels” is een ongelooflijk veelomvattende roman. Het verhaal duurt bijna 700 pagina’s en wordt bevolkt door talloze personages. Wie zonder voorkennis het boek gaat lezen, zal soms verdwaald raken en moet zich door lange passages heen werken zonder precies te weten waar het heen gaat. Maar die moeite wordt rijk beloond.

”Duivels” biedt een fascinerend tafereel van een broeierig provinciestadje in de buurt van Sint-Petersburg. Hoofdpersonen zijn de genoemde Pjotr Verchovensky en Nicolai Stavrogin. Zij zijn in het buitenland geweest, koesteren radicale, revolutionaire opvattingen en keren terug in het stadje, waar ze een deel van hun jeugd doorbrachten. De mensen met wie zij in contact komen, hebben allemaal iets met het radicale gedachtegoed. De vrouw van de gouverneur bijvoorbeeld is van deernis vervuld over jonge vrouwen die nauwelijks kans maken in de samenleving. Zij ziet zichzelf als een messiasfiguur en organiseert een groot feest voor deze vrouwen, dat echter op een debacle uitloopt. Er zijn ook theoretisch aangelegde radicalen, die koel analytisch vaststellen dat je groepen mensen moet uitroeien om een betere samenleving te realiseren. Mensen zitten nu eenmaal in de weg als je goede ideeën in praktijk wilt brengen.

Hoewel het breed uitwaaierende verhaal zich nauwelijks laat samenvatten, kun je vaststellen dat het naar een climax toe gaat in deze roman. De onruststokers vergallen het feest van de gouverneursvrouw, prikkelen de werknemers van een fabriek om te demonstreren en plegen een paar moorden. Het loopt allemaal niet uit op een serieuze revolutie en naderhand maken de radicalen de balans op. Ze willen onverwijld doorgaan met het uitbouwen van hun revolutionaire netwerk. Omdat één lid van de radicale ‘cel’ niet meer van harte meedoet, besluiten ze hem over de kling te jagen.

Dat is de hoofdstroom van de roman, waarin tal van andere verhaallijnen doorheen lopen. Zo is er de merkwaardige vader van Pjotr Verchovensky, die ooit in de ban was van revolutionaire opvattingen, maar zich nu thuis voelt in rijkdom en kunstzinnige schoonheid. Hij wijst het gepeupel en het populisme af en kiest voor de hoge cultuur van schilders, dichters en filosofen.

Bijbelvrouwtje

Aan het slot van het boek komt er een ommekeer, uitgerekend als deze Verchovensky senior een ”Bijbelvrouwtje” –een evangeliste– ontmoet. Zijn hele leven was een leugen, biecht hij op. De enige oplossing voor zijn mislukte bestaan is God, en de liefde. Dat deze ommekeer precies de oplossing is die Dostojevski voor ogen had, kun je niet een-twee-drie concluderen. Daarvoor is de roman en ook dit personage te bont en te ongrijpbaar. Dostojevski laat zien hoe mensen zich ontwikkelen, waar hun keuzes toe leiden. De een komt uit bij de liefde als allesbeheersend principe, terwijl een ander uiteindelijk meegaat in het plan voor een liquidatie.

Geloof en religie spelen een grote rol in deze overweldigende roman van Dostojevski. Duidelijk is dat achter het revolutionaire radicalisme iets duisters schuilgaat: diverse vormen van cynisme en nihilisme. De discussies in de roman gaan geregeld over het bestaan van God. Wie het geloof in God afschaft, komt terecht in een compleet andere wereld van waarden – of men zich dat bewust is of niet. Dostojevski laat in zijn roman veel varianten daarvan zien. De meest extreme nihilisten zijn tot alles in staat.

Tegenover deze ‘duivels’ staan geestelijken, zoals het Bijbelvrouwtje of vader Tichon, de monnik. Zij vertegenwoordigen iets van de andere zijde, waarbij het heil niet verwacht wordt van menselijke revolutionaire inspanningen. Liefde, berouw en godsvrucht zijn de kernwoorden van hun tegendraadse levensopvatting.

Charles Taylor, de bekende Canadese filosoof, stelt in zijn nieuwe grote boek –”Een seculiere tijd”– dat Dostojevski radicaal vanaf de andere kant dacht. De revolutionairen met hun goede bedoelingen waren niets minder dan „bezetenen.” Dostojevski bekeek „de wortels van hun morele opwinding, van hun staalharde vastbeslotenheid en van hun bereidheid geweld te gebruiken op een heel ander niveau.” Welk niveau? De titel van de roman geeft daarvan een heldere indicatie. Het imponerende verhaal maakt dit meer dan waar en biedt stof tot nadenken met het oog op het politieke getij van vandaag.

N.a.v. ”Duivels”, door F. M. Dostojevski; vert. Hans Boland; uitg. Athenaeum Polak & Van Gennep, Amsterdam, 2009; ISBN 978 90 253 6380 2; 712 blz. € 54,95;


„Galerij van bezetenen”

De aartsbisschop van Canterbury, Rowan Williams (1950), publiceerde onlangs een diepgravend boek over Dostojevski: ”Dostoevsky. Language, Faith and Fiction”.

Daarin stelt hij dat Dostojevski in de roman ”Duivels” een schets geeft van de noodlottige werkzaamheid van het demonische. De belangrijkste verhaalpersonages vertegenwoordigen uiteenlopende gestalten van duivelse bezetenheid. Die term is niet te sterk, vindt Williams, gezien het motto dat Dostojevski koos: de Bijbelpassage waarin Jezus duivelen uitwierp en in een kudde zwijnen liet varen.

Het doel van Dostojevski is volgens Williams niet om mensen in hun persoonlijkheid als duivels aan te merken. Het demonische speelt ook bij mensen die goede bedoelingen hebben. Wat Dostojevski duidelijk maakt is dat je niet welbewust kwade bedoelingen hoeft te hebben om daadwerkelijk kwaad te verspreiden.

Maar hoe meer een politiek klimaat van onwaarachtigheid en simplistische voorstellingen van zaken –het handelsmerk van populisten– normaal wordt gevonden, hoe sterker het kwaad zich een weg kan banen. De „galerij van bezetenen” die Dostojevski schetst, is een galerij van mensen die op verschillende niveaus en op verschillende manieren ten prooi vallen aan onwaarachtigheid en onwaarheid.

N.a.v. ”Dostoevsky. Language, Faith, and Fiction”, door Rowan Williams; uitg. Baylor University Press, Waco, Texas, 2008; ISBN 978 1 8470 6425 7; 290 blz.; € 22,99.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer