De regering in Teheran zegt dat de VS met de vernietiging een uit 1955 daterend verdrag tussen beide landen hebben geschonden. De VS zijn op hun beurt een procedure begonnen waarin zij zeggen dat Iran het verdrag het eerste heeft geschonden door in 1987 en 1988 in de Golf schepen aan te vallen, mijnen te leggen en andere militaire activiteiten te ontplooien. Beide landen eisen niet nader genoemde compensatie voor de geleden schade.

Het hof liet weten dat de hoorzittingen zullen plaatsvinden van 17 februari tot en met 7 maart. Het oordeelde zes jaar geleden dat het rechtsbevoegd is in de zaak, waarmee de VS in het ongelijk werden gesteld.

Het eerste platform werd in oktober 1987 vernietigd, als vergelding voor een Iraanse raketaanval op een olietanker onder Amerikaanse vlag, waarbij achttien bemanningsleden gewond waren geraakt. De Amerikaanse marine vernielde in april 1988 nog eens twee platformen nadat bij een mijnexplosie tien opvarenden van een Amerikaans fregat gewond waren geraakt.

Volgens de VS werden de olieplatforms gebruikt als lanceerbases voor Iraanse aanvallen, een beschuldiging die door de regering in Teheran wordt tegengesproken.

Het Internationaal Gerechtshof behandelt geschillen tussen VN-lidstaten. Het kan de uitvoering van een vonnis niet afdwingen.