RWI wil vacatureoffensief tegen werkloosheid
De Raad voor Werk en Inkomen (RWI), waarin werkgevers, werknemers en gemeenten samenwerken, roept het nieuwe kabinet ertoe op een vacatureoffensief te beginnen.
Onder de nieuwe werklozen zitten volgens de raad veel geschikte kandidaten voor de ruim 100.000 vacatures die nog openstaan. De raad bepleit dat in de Arbeidsmarktanalyse 2003, die voorzitter J. van Zijl maandag heeft overhandigd aan minister De Geus (Sociale Zaken).
Volgens de raad blijven vacatures onnodig lang openstaan als het nieuwe potentieel van werkzoekenden niet goed wordt benut. Voor werkzoekenden betekent het dat ze te lang een uitkering houden, aldus de raad. Die adviseert de minister voor het vacatureoffensief een speciale werkorganisatie op te richten.
Het pleidooi voor het offensief spreekt De Geus zeer aan. „Het is alle hens aan dek”, reageerde de minister. Hij heeft de RWI gevraagd in samenwerking met zijn ministerie en brancheorganisaties voor 1 maart met een uitgewerkt plan te komen. De Geus wil weten op welke sectoren het offensief zich moeten richten en wat de kosten zijn. Hij stelt als voorwaarde dat werkgevers- en werknemersorganisaties zich op het plan moeten vastleggen.
De RWI is verontrust over de toestand van de arbeidsmarkt. Dit jaar zal het aantal werklozen waarschijnlijk de 400.000 passeren. Nu is het er nog bijna 200.000. Zonder spoedig herstel van de economie zal ook in 2004 de instroom in de WW nog substantieel toenemen. „Voor het eerst sinds vele jaren zal ook de jeugdwerkloosheid weer groeien. Vooral jongeren met een beperkte opleiding dreigen zeer moeizaam een baan te kunnen vinden”, aldus de raad.
De RWI constateert ook dat het nauwelijks loont van een uitkering over te stappen naar een betaalde baan. Ook voor werkenden is het niet echt interessant meer te gaan werken, omdat het extra salaris grotendeels opgaat aan belastingen, sociale premies of eigen bijdragen (bijvoorbeeld voor kinderopvang).
Met vier maatregelen en 300 miljoen euro kan dit probleem volgens de raad worden aangepakt. Een van de ideeën is om WAO-gerechtigden van 40 jaar of ouder die al langer dan twee jaar een uitkering ontvangen, te vrijwaren van het risico dat zij wellicht financieel worden gedupeerd door het aanvaarden van werk. Indien zij onverhoopt opnieuw langdurige ziek worden, zou bij mensen uit deze groep WAO-gerechtigden tot hun 65e jaar de nieuwe WAO-uitkering nooit over een lager loon mogen worden berekend dan de oude uitkering.