Geen opvallende discriminatie homo
Opvallende discriminatie van homo’s op de werkvloer komt niet vaak voor.
Dat stelt voorzitter Laurien Koster van de Commissie Gelijke Behandeling (CGB) op basis van een onderzoek dat de commissie heeft laten uitvoeren door het Verwey-Jonker Instituut en dat vanmorgen is openbaar gemaakt.De problemen van homo’s op de werkvloer hebben veelal te maken met opmerkingen of grapjes die verwijzen naar hun seksuele geaardheid. Er is echter geen sprake van intimidatie, fysiek geweld of discriminatie bij de salariëring en secundaire arbeidsvoorwaarden.
Bij een van de onderzochte bedrijven met meerdere vestigingen in het land bleek de godsdienstige achtergrond van werknemers ook geen zichtbare en directe gevolgen te hebben voor bejegening van homo’s op de werkvloer.
Wel speelt in sommige gebieden meer onbehagen onder homo’s over het niet open kunnen zijn over hun seksuele voorkeur. Een homoseksuele teamcoach stelt in het onderzoek dat het een groot verschil is of hij in Terneuzen of in Rotterdam werkt. In het „christelijke Terneuzen ” voelde hij aan dat open zijn over zijn geaardheid mogelijk problemen met zich mee zou brengen en besloot hij daar niks te zeggen.
Een aantal personeelsmanagers stelt in het onderzoek dat de biblebelt achterloopt in vergelijking met de rest van de locaties van hun bedrijf. „Bij vertrouwenspersonen is weinig bekend, maar zij hebben wel het vermoeden dat het voor homo’s hier lastiger kan zijn.”
Ook zijn er geen incidenten bekend die daadwerkelijk tot bejegeningsproblemen hebben geleid, maar er is wel een vermoeden van managers en vertrouwenspersonen „dat er op enkele werkvloeren homonegativiteit bestaat vanuit christelijke waarden.”
Een manager diversiteit geeft aan dat hij de biblebelt als oubollig ziet en dat de cultuur daar ook niet gemakkelijk is te veranderen.
De CGB zegt regelmatig signalen te krijgen dat homo’s zich ongelijk behandeld voelen. Koster: „Toch bewandelt deze groep zeer beperkt de weg naar de commissie. Deze lage instroom is verrassend.”