De gemeente Neder-Betuwe verleende voor het bedrijf een milieuvergunning omdat het megabedrijf zou voldoen aan alle milieueisen.„Ze hebben heel veel stankoverlast gehad van een klein varkensbedrijfje dat vroeger op die plek zat”, zei woordvoerder Ad van Hoof donderdag in Den Haag namens de tegenstanders. De twee stellen die de bouw van het bedrijf willen tegenhouden maken zich dan ook grote zorgen over hun toekomstige woonklimaat.

Agrarier G. Berends uit Kesteren mag van de gemeente aan de Ganzenweg biggen van zes weken oud gaan opfokken die hij opkoopt bij zeugenhouderijen in de omgeving. Als de biggen tot 25 kilo zijn gegroeid, worden de dieren verkocht aan varkensmesterijen waar ze verder worden vetgemest tot ze na een paar maanden rijp zijn voor de slacht.

De twee stellen die er praktisch naast wonen, maken zich niet alleen zorgen over de stankoverlast die hen te wachten staat, maar ook over de verkeersbewegingen op de smalle Ganzenweg en het geluid van schreeuwende biggen als ze worden aan- en afgevoerd. Volgens de gemeente Neder-Betuwe zal de biggenmesterij per dag bezocht worden door niet meer dan drie trucks, vijf auto’s en twee busjes voor personeel.

Biggenmester Berends diende eind december 2006 bij de gemeente een summiere vergunningsaanvraag in. „Niet meer dan een aanvraagformuliertje en een plattegrond”, zeggen de tegenstanders. Daardoor valt de veehouder buiten de strenge Wet geurhinder veehouderij die op 1 januari 2007 van kracht werd. Pas later vulde de veehouder zijn aanvraag aan met een stank- en geluidsrapport. De tegenstanders zijn daar boos over en willen daarover een uitspraak van de Raad van State.

Uitspraak binnen enkele weken.