„Jesaja’s tijd is te vergelijken met nu”
„Beseffen we dat we samenkomen in een ernstvolle tijd?” Die vraag stelde ds. A. Geuze, predikant te Gouda, dinsdagavond tijdens een bidstond voorafgaand aan de synode van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland, die woensdag wordt gehouden.
„Christus heeft tijdens Zijn omwandeling op aarde al gezegd dat de liefde van velen zal verkouden en dat de ongerechtigheid zal vermenigvuldigen. Dat dringt ook onze gemeenten binnen. Ook bij ons wordt de heilige wet van God vertrapt”, zei ds. Geuze. Het was de wens van de predikant dat de velen die voor de bidstond waren opgekomen met niets anders getroost zouden worden dan met Zijn vertroostend aangezicht.De predikant vergeleek onze tijd met die van Jesaja. Aan de hand van Jesaja 1:9 sprak hij over een vertroostend en een waarschuwend woord van de Heere onder de oordelen, „inzonderheid aan de kerk en onze gemeenten.” De tekst spreekt over de tijd waarin dit woord totons komt en van de vertroosting die door dit woord tot ons komt.
Jesaja wordt wel de evangelist van het oude verbond genoemd. Hij weet zich al vroeg geroepen tot het ambt, heeft vier koningen meegemaakt en had een zwaar werk te doen. Jesaja wijst op de komst van Jezus.
Hij leefde in een ontzettende tijd: als in Sodom en Gomorra. Hij moest de afval prediken. Onverbloemd de zonde aanwijzen. Er was een vorm zonder wezen overgebleven. De Heere walgt van de godsdienst van het volk. „Het tekent ook onze tijd”, aldus ds. Geuze. „Wordt er ook onder ons geen weerstand aangetroffen als de zonden worden aangewezen?”
Niettemin houdt de Heere een wakend oog over Zijn kerk. „Zo niet de Heere der heirscharen ons nog een weinig overblijfsel had gelaten. Het zijn de goedertierenheden des Heeren dat Zijn barmhartigheden geen einde hebben genomen.”
De enige „bewegende oorzaak daartoe” ziet ds. Geuze liggen in de verkiezende liefde van God. „De Heere, de Onoverwinnelijke, is de oorzaak dat de kerk niet vernield is. Het heeft Hem behaagd van eeuwigheid een volk te verkiezen tot zaligheid. Op Zijn tijd zal Hij het overblijfsel toebrengen. Dat doet Hij door het onwederstandelijke werk der genade. Dat is de vertroosting die door dit woord van Jesaja tot ons komt.”