Chronologie handhaven
Historicus Jan Dirk Snel, lid van de redactie van het Historisch Café in Amsterdam, maakt zich niet zo druk om de locatiewisseling van het Nationaal Historisch Museum in Arnhem. „Wel vind ik het wat onbetrouwbaar als je eerst zegt: we gaan bij het Openluchtmuseum bouwen, en opeens ga je in het centrum zitten. Als de oorspronkelijke locatie niet doorgaat, komen andere steden ook weer in beeld.”
Het niet strikt volgen van de historische canon in het nieuwe museum vindt Snel „niet zo’n probleem.” „Maar de chronologie dient hoofdlijn te blijven, dat is duidelijk. Of je daarvoor de tien tijdvakken neemt of de canon maakt me niet zo veel uit.”Belangrijk vindt Snel dat het museum de beschikking over veel materiaal krijgt. „De directeuren willen een museum met interactieve beelden en filmpjes en zo. Die kunnen mensen ook thuis achter de computer bekijken. Ik vind dat er wel voorwerpen moeten komen. Veel musea zoals het Gronings Museum en het Centraal Museum hebben ongelooflijk veel historisch spul in de depots liggen. Met die grote voorraad zou je het Nationaal Historisch Museum kunnen inrichten. Je zou elk voorwerp voor twee, drie, vijf of tien jaar in bruikleen kunnen geven. Zo houd je het museum dynamisch.”
Het is typerend voor de ‘Nederlandse volksaard’ dat de bouw van het Nationaal Historisch Museum dreigt vast te lopen op gesteggel over een parkeergarage, zegt dr. Beatrice de Graaf, verbonden aan het Centre for Terrorism and Counterterrorism in Den Haag. „Er zijn andere zwakke punten in de plannen. Een museum in een provinciale stad, weg gestopt in de bossen, zal niet bepaald als het kloppend hart van de vaderlandse geschiedenis beschouwd gaan worden. Voor Nederlanders met OV-kaart al nauwelijks te bereiken, voor buitenlanders niet eens meer zichtbaar.”
De Graaf vindt dat de plannen „zijn overgelaten aan een designduo dat vooral denkt in flitsende schermpjes en leuke filmpjes. Het feit dat de directeuren de chronische lijn bij voorbaat al hebben laten vallen getuigt van een gebrek aan historisch bewustzijn. Uit alle evaluaties van onderwijs blijkt dat scholieren behoefte hebben aan een samenhangend en sterk verhaal hebben. Waarom valt het nieuwe NHM dan weer terug op vage jarennegentigconcepten? Nu de directeuren de bestaande aanbevelingen van historici en commissies redelijk blijmoedig naast zich neer lijken te leggen, openen zij aan de andere kant ook de deur om het hele project nog eens tegen het licht te houden.”