„Onbuigzame houding juist nu nodig”
Krachtig centrumrechts beleid is nodig om de grote vraagstukken van vandaag op te lossen, vindt SGP-leider Van der Vlies. Zijn ChristenUnie-collega Rouvoet ziet evenveel heil in een centrumlinkse als in een centrumrechtse aanpak. Maar beiden zijn het erover eens: wie ronduit christelijke politiek wil, heeft niets te zoeken bij het CDA. „Balkenende laat zijn drijfveren inkaderen door het haalbare, dat mag niet.”
„Rustig aan, hij is al zestig”, roept Rouvoet plagerig als beide lijsttrekkers met hun woordvoerders en een fotograaf door de verlaten gangen van het kamergebouw benen. Maar ook de 41-jarige voorman van de ChristenUnie zijn de vermoeienissen van de campagne aan te zien. „Het hangt tegenwoordig zwaar op de persoon van de lijsttrekker”, weet hij. „Kort en heftig”, vat Van der Vlies de campagne samen.
Meer dan ooit een mediacampagne ook. Krijgt u uw boodschap nog voor het voetlicht?
Rouvoet: „Het hele tv-gebeuren brengt onvermijdelijk vervlakking met zich mee. Het gaat minder over de vraag waar het heen moet met de samenleving en meer over losse thema’s die eruit worden gelicht, waarmee men wil scoren. Dat maakt het lastig, maar ik heb niet het gevoel dat we als kleine christelijke partij worden weggedrukt. We krijgen veel aanvragen, vooral in de regio, en treffen volle zalen met opvallend veel jongelui.”
Van der Vlies: „Dat is ook de ervaring van de SGP. Bovendien heb je tegenwoordig het hele internet-gebeuren. Ik wijs er maar even op dat maar liefst 7 procent van de mensen die de digitale Stemwijzer invullen bij ons terechtkomt. Er komen ook gigantisch veel e-mails bij ons binnen. Mag ik jullie visie eens horen over… Op die manier bereik je mensen die je voorheen niet bereikte.”
Rouvoet: „Ik ben begonnen met het bijhouden van een campagnedagboek. Je verbaast je erover hoeveel mensen dat lezen. Er zijn er die zo doorklikken van gerritzalm.nl naar andrerouvoet.nl. Let wel: ”andre” zonder accent.”
Van der Vlies, gnuivend: „Aha, dus daarom kon ik je niet vinden.”
Wat ons opvalt, is dat grondrechten tijdens deze campagne zo makkelijk ter discussie worden gesteld.
Rouvoet: „Dat komt voort uit die veroppervlakkiging. De vrijheid van onderwijs wordt misbruikt om een algemeen punt te scoren. Kijk naar wat Bos en Zalm hebben gezegd over een eventuele acceptatieplicht voor bijzondere scholen. Ze komen er even gemakkelijk weer van terug, maar ondertussen is het wel gezegd. En in de media wordt nauwelijks doorgevraagd: Kan het, is het nodig, past het eigenlijk wel bij de uitgangspunten van de partijen?”
Van der Vlies: „Ik verbaas me over het gemak waarmee fundamentele zaken als de onderwijsvrijheid en de godsdienstvrijheid aan de orde worden gesteld. En al worden dergelijke pleidooien later weer genuanceerd, de krachtige uitspraken zijn wel gedaan. Zoiets blijft hangen, en dat is levensgevaarlijk. Ik vrees dat we wat betreft het toelatingsbeleid van scholen te maken hebben met een agendering voor de toekomst. Dit komt terug, linksom of rechtsom.”
Rouvoet: „Wat me ook is opgevallen, is dat hele bevolkingsgroepen worden weggezet, zonder dat men zich werkelijk heeft verdiept in de achtergronden. In dat interview in Nieuwe Revu noemde VVD-leider Zalm de reformatorische scholen in één adem met de moord- en doodslagcultuur in de door Marokkanen gedomineerde wijk Borgerhout in Antwerpen. Zonder een spoor van bewijs. Dat ergert me mateloos.”
Van der Vlies: „Denk ook aan die onverantwoord goedkope verwijzing van burgemeester Cohen, die er de Veluwe bij haalde. Zulke dingen baren je zorgen voor de toekomst. Zalm en Cohen zijn toch mannen van enige allure. Cohen wordt nu zelfs genoemd als mogelijke premierskandidaat voor de PvdA.”
Maar goed dat het CDA met Balkenende in het centrum van de macht zit, zou je zeggen.
Van der Vlies: „Ik ben de eerste om te erkennen dat het een hele vooruitgang is ten opzichte van paars. Na de geestelijke dijkdoorbraak onder paars was het een grote opluchting dat het CDA weer ging meeregeren. Als SGP hebben we onze oppositionele houding ten opzichte van Kok in eerste instantie verruild voor een positief-afwachtende ten opzichte van Balkenende. Maar ik moet er nu wel bij zeggen dat van een herstel van christelijke waarden tot nog toe te weinig terecht is gekomen.”
Rouvoet: „Neem de vrijheid van onderwijs, waar we het over hadden. Balkenende heeft een volstrekt verkeerd signaal afgegeven door te suggereren dat de onderwijsinspectie daar misschien toch maar eens naar zou moeten kijken. Dan zeg ik: Weet wat er gebeurt als je jezelf in het kamp van PvdA en VVD laat trekken. Dan sta je echt aan de verkeerde kant van de streep.”
Van der Vlies: „Zo’n situatie vraagt van een christenpoliticus juist een onbuigzame houding, een zekere radicaliteit van standpunten.”
Rouvoet: „Vanuit christelijk perspectief kan ik niet tevreden zijn met wat het kabinet-Balkenende op de agenda heeft gezet. Natuurlijk ben ik blij met de evaluatie van de Wet afbreking zwangerschappen en met de aandacht voor het gezin en voor waarden en normen. Ik snap ook dat het CDA niet alles uit het eigen verkiezingsprogramma bij de coalitiepartners gedaan krijgt. Maar neem mijn voorstel om een recht op leven op te nemen in de Grondwet: daar haakt het CDA af. Of neem het debat over waarden en normen, waarin CDA-kamerlid Rietkerk het christendom in één adem noemt met de Verlichting. Voor mij is dan de conclusie: ChristenUnie en SGP blijven nodig om het CDA scherp te houden.”
Van der Vlies: „De compromisbereidheid is bij het CDA echt te ver doorgeschoten. De drijfveren worden gekaderd door het haalbare en daarmee is men dan tevreden. Vergeet niet dat het CDA vanuit het verleden al erg gecompromitteerd is. De wettelijk gereguleerde abortus- en euthanasiepraktijk vindt haar oorsprong in de tijd dat het CDA aan de touwtjes trok. In de debatten over de nieuwe euthanasiewet liet het CDA weten: We zijn niet tegen euthanasie, maar stemmen tegen omdat paars het verkeerd regelt. Dat is een grondhouding die zich niet verdraagt met de bijbelse gedachte dat we elke ademtocht van de Heere God krijgen en dat Hij bepaalt hoe ons leven tot een einde komt.”
Rouvoet: „Ik bekommer me erom dat er nog steeds mensen zijn die eerder ChristenUnie stemden, maar nu overwegen naar het CDA te gaan, zoals twee weken geleden uit een onderzoek van het RD bleek. Als kiezer ben je geluidsversterker en dan is toch de vraag: Welk geluid wil je nu precies versterken?”
Van der Vlies: „Voor mij is duidelijk dat een krachtige SGP nodig blijft. En dan zullen we het CDA bij geen enkel goed punt in de kou laten staan.”
Klopt het dat de combinatie CDA/VVD meer krediet krijgt van de SGP dan van de CU?
Van der Vlies: „Ik constateer inderdaad dat het beeld bestaat dat jullie behoorlijk links zijn. SP-leider Marijnissen gaat graag samen met jullie regeren en VVD-minister Hoogervorst noemt jullie „zo links als de neten.” Wat ons betreft moet het centrumrechtse beleid nu echt een kans krijgen. Met de VVD valt zaken te doen als het gaat om belangrijke maatschappelijke vraagstukken die nu al spelen of eraan komen, zoals de criminaliteitsbestrijding, de aanpak van drugs, het buitenlands beleid ten aanzien van Israël en Irak en de verbetering van het financieel-economisch beleid. Als het gaat om een harde aanpak van de misdaad, kom je met de VVD een stuk verder dan met de PvdA.”
Rouvoet: „Bas, het zal mij eerlijk gezegd worst zijn wat een Marijnissen of een Hoogervorst ervan vindt. Ik sta voor christelijk-sociale politiek. En dan zie ik aanknopingspunten met de VVD, maar ook belangrijke verschillen. Denk aan een rechtvaardig asielbeleid, aan de openstelling van winkels op zondag of aan de ontwikkelingssamenwerking. Op die punten vertrouw ik de VVD voor geen duit en heb ik veel meer affiniteit met de PvdA. Alles afwegende maak ik van tevoren geen keuze. Dat is ook mijn kritiek op Balkenende, dat hij zich veel te vroeg aan de VVD heeft vastgeklonken.”
Van der Vlies: „Het gaat niet om vastklinken, het gaat om een relatieve voorkeur. De vraag is: Waar ligt je hart? Wat is er nú aan de orde? Voor de SGP-fractie heeft het herstel van het gevoel van veiligheid de komende kabinetsperiode een hoge prioriteit, uiteraard na het opheffen van de ethische wetgeving van paars en een radicale keus voor huwelijk en gezin. Marijnissen weet dat, en daarom noemt hij ons niet, ondanks dat daar ook punten van overeenstemming liggen.”
Rouvoet: „Mijn hart ligt bij de christelijke politiek, en dat weet Marijnissen heel goed. Voor de ChristenUnie is de zorg voor de zwakke heel belangrijk. Nationaal, internationaal en op milieugebied. En als men ons links wil noemen omdat wij begaan zijn met zeehondjes, dan zij dat maar zo.”
Van der Vlies: „Tja, dán was zelfs de ouwe heer Van Dis nog links.”
Kunt u de RD-lezer ook duidelijk maken waar de principiële verschillen tussen CU en SGP zitten?
Rouvoet: „Laat ik voorop stellen dat ik er geen enkele behoefte aan heb om mensen die SGP willen stemmen het andere kamp in te trekken. Wat mij betreft geeft iedere RD-lezer zijn stem aan één van deze twee. We leggen verschillende accenten, maar we zijn het op zoveel punten hartgrondig eens dat ik er niets voor voel de verschillen te benadrukken. Als men mij ernaar vraagt, zeg ik: Kijk zelf maar in onze verkiezingsprogramma’s. We hebben onze eigenheid, maar onze verbondenheid is veel belangrijker. We willen allebei bijbelgetrouwe politiek bedrijven.”
Toch zul je, zeker in verkiezingstijd, ook duidelijk moeten zijn over wat scheidt.
Rouvoet: „Bij de geestelijke vrijheid zit een onderscheid met de SGP. Maar dat weet iedereen. Dat ga ik niet gebruiken om mensen bij de SGP weg te halen.”
Van der Vlies: „De SGP kan en wil er niet in berusten dat mensen een andere weg gaan dan de Weg die tot het leven leidt. De historie van de vrijheid van godsdienst in ons land is dat men de vrijheid zocht de God van de Bijbel te dienen. Wij hebben de diepe begeerte dat alle mensen naar het Woord van God zouden leven. Ik verwijs naar artikel 36 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis: de roeping van een overheid het Koninkrijk van Jezus Christus te bevorderen. Als de overheid de bouw van moskeeën toestaat, brengt mij dat in grote spanning met wat God van mij vraagt.”
Rouvoet: „Ik heb heel goed naar je geluisterd, Bas. Maar daarin onderscheiden we ons niet. Mij doet dat ook pijn. De vraag is dan vervolgens wat je van de overheid verwacht. Ik heb nog nooit het gevoel gehad dat de SGP een voorstel deed in de trant van: de overheid zou nu dit of dat moeten doen, en dat de ChristenUnie het daar dan niet mee eens was. Dit punt heeft er in de Kamer nog nooit toe geleid dat ChristenUnie en SGP tegenover elkaar kwamen te staan. Oké, wij zouden er ”nee” tegen zeggen als de overheid zou voorstellen moskeeën en islamitische scholen te sluiten. Maar er líggen niet zulke voorstellen. Dus we moeten de verschillen niet groter maken dan ze zijn.”
Van der Vlies: „Het gaat uiteindelijk om de vraag: Zijn voor de overheid alle godsdiensten gelijk -het principe van de ChristenUnie- of maakt de overheid verschil tussen het christelijke geloof en de niet-bijbelse godsdiensten? Als je je ankerplaats neemt bij de geestelijke vrijheid, heb je wat mij betreft ingeleverd op hoe het behoort te zijn. Dan is de spanning eruit. Een spanning die zich in Bunschoten-Spakenburg, waar inmiddels een moskee staat, wel degelijk manifesteert. Men voelt daar: Dit past in een christelijke samenleving niet.”
Rouvoet: „Ho! Dit mag je niet doen. Je suggereert nu dat bij mij die spanning er niet is.”
Van der Vlies: „Ik wil alleen maar zeggen dat hier een verschil ligt. CU-raadsleden stemmen niet tegen de bouw van een moskee, SGP-raadsleden wel. Dat mag je niet wegpoetsen.”
Rouvoet: „Je hebt ook SGP-wethouders die verantwoordelijkheid nemen voor het besluit om een moskee te openen.”
Het beeld bestaat dat de SGP de vrijheid van onderwijs het liefst zou afschaffen, net als de vrijheid van godsdienst.
Van der Vlies: „Dat is echt te kort door de bocht. Natuurlijk zouden wij alle kinderen in dit land van harte christelijk onderwijs gunnen. En aan de gewetensvrijheid willen wij echt niet tornen. Maar als wij de ruime definitie van geestelijke vrijheid van de ChristenUnie horen, zeggen wij: Het komt een mens ten principale niet eens toe zich die vrijheid toe te eigenen. Alle mensen zijn gehouden God te vrezen, Zijn geboden na te leven. De Prediker zegt: Dat betaamt alle mensen.”
Rouvoet: „Op dat laatste zeg ik van harte amen.”