Ook Brown eindigt in tranen
Het is natuurlijk een versleten spreuk, maar mag hij nog één keer? „Elk politiek leven eindigt in tranen.” De Noord-Ierse politicus Enoch Powell zei dit voor het eerst, maar sindsdien is de uitspraak ontelbaar vaak herhaald.
Ook voor Gordon Brown geldt deze wijsheid. Niet om neer te kijken op zijn carrière –de Britse premier verdient alle pluimen die uit te delen zijn–, maar we kunnen heel nuchter vaststellen dat het waarschijnlijk op een pijnlijk einde uitloopt.Maandagavond wist Brown wel de steun van zijn partij te behouden, maar dat is uitstel van executie. Uiterlijk volgend jaar juni moet het Verenigd Koninkrijk naar de stembus. Dan gaat Brown (waarschijnlijk) voor de bijl.
Wie een paar jaar terugkijkt, ziet dat het afscheid van vrijwel alle Britse premiers pijnlijk was. Hoeveel moeite heeft het niet gekost Tony Blair van zijn stoel te krijgen? En van diens voorganger, John Major, werd gezegd dat hij nog wel het ambt, maar niet de macht had (”in office but not in power”).
Bij het vertrek van Majors voorganger, de markante Margaret Thatcher, vloeiden tranen , zoals ze schrijft in ”Mijn jaren in Downing Street 10”.
Al sinds 1986 was er discussie over haar leiderschap van de Conservatieve Partij. En „discussie over het leiderschap” betekent in Westminster dat men de messen aan het slijpen is. In 1989 won Thatcher glansrijk een stemming over haar positie. Ze dacht alweer na over verkiezingen en de tijd daarna. „Er was nog zo veel dat ik wilde aanpakken”, schrijft ze.
Het enige dat ze veranderde, was dat ze meer direct contact met parlementsleden ging onderhouden. Partijgenoten zeiden soms ronduit dat het tijd werd dat ze zou gaan. Dat hoorde ze aan, maar ze luisterde er niet naar.
Soms ging het ook subtieler. Op een zondagavond was Thatcher te gast bij een dinertje, thuis bij een minister. Die zei in een tafelrede dat zij „waardig en op een zelfgekozen tijd” mocht opstappen. Thatcher vatte dit op als een „gecodeerd bericht”; „waardig kon wel eens een eerder vertrek betekenen dan ik zelf zou verkiezen.”
De ”IJzeren Dame” wilde voor alles zelf haar eigen moment kiezen. Als het aan de partijtop had gelegen, was ze immers „nooit partijleider, laat staan premier” geworden. „Waardig stond niet op de agenda.”
Maar ook een fiere vrouw heeft te maken met de harde werkelijkheid. Steeds meer leden van het kabinet verlieten het schip. De premier vroeg zich af hoe haar „gezag te herstellen.” Hier begint het wel heel sterk op Brown te lijken.
Uiteindelijk moest ze zich neerleggen bij een nieuwe strijd om het leiderschap. Pas in de laatste fase besloot ze haar ministers direct om steun te vragen. Maar ze merkte dat deze collega’s niet meer in haar geloofden. Toen had ze geen andere keus dan –snikkend– Downing Street 10 te verlaten.
Interessant is hoe haar opvolger, John Major, in zijn memoires vrij letterlijk dezelfde feiten aanhaalt, maar met een andere duiding. Thatcher werd „steeds autocratischer”, concludeerde hij. Tijdens het vragenuurtje in het Lagerhuis hoorde hij hoe ze keihard afrekende met de monetaire unie in Europa, terwijl ze daar eerder wel akkoord mee was gegaan. „Ik viel bijna uit de bank”, schrijft Major.
De Britse psychiater-politicus Lord David Owen noemt Thatcher in zijn boek ”Zieke wereldleiders” een „schoolvoorbeeld van het hoogmoedsyndroom.” Zij had zichzelf geïsoleerd van haar belangrijkste machtsbasis, de Conservatieve fractie.
Downing Street 10 is ongetwijfeld de meest begeerde plaats in de Britse politiek. Maar er komen nauwelijks verhuisdozen zonder sporen van tranen naar buiten. Ook Gordon Brown zal zijn spullen niet fluitend inpakken.
Reageren aan scribent? buza@refdag.nl.