„Christenen willen onze ziel opeten”
Het nieuwe boek van Afrikakenner Ton van der Lee heeft als motto een citaat van de bekende Poolse journalist Ryszard Kapuscinski meegekregen: ”Als wij onszelf beter willen leren kennen, moeten we de Anderen beter leren kennen; zij vormen immers de spiegel waarin we onszelf bekijken”. Van der Lee zoekt bij Afrikaanse volkeren als de Maasai een spiritualiteit die in het Westen verloren is gegaan.
De wil om de ander te leren kennen, kan Van der Lee niet ontzegd worden. Maandenlang trok hij door het gebied van de Maasai en probeerde daarbij zo diep tot de cultuur door te dringen dat een Maasai zich ergens hoofdschuddend afvraagt waarom „blanken altijd alles willen begrijpen.” „Weten, weten… waarom willen blanken altijd alles weten? Je hebt er niets aan, want je gaat toch dood.” Voor een Maasai is het genoeg als hij eten en drinken heeft, een plek om te slapen en zijn familie en vrienden.Het antwoord op de vraag van de Maasai ligt voor een deel in het motto van Kapuscinski. In eerdere boeken heeft Van der Lee er blijk van gegeven zelf ontevreden te zijn over de eendimensionale, vlakke, westerse cultuur waarin hijzelf is grootgebracht.
Van der Lee schreef eerder over de negen jaren die hij doorbracht in een zandstenen hut in Mali, vanuit een afkeer van het materialistische Westen en een zoektocht naar spiritualiteit.
Riten
In dit boek over de Maasai klinkt die zoektocht ook door, hoewel dat niet expliciet wordt gemaakt. Van der Lee vergezelt Jandries Groenendijk, een ‘witte Keniaan’ die volledig ingewijd is als Maasai, en van ‘zijn’ volk het verzoek kreeg de Maasaicultuur op film vast te leggen. De Maasai hebben jarenlang hardnekkig vastgehouden aan oude riten en gebruiken, maar beseffen dat die steeds verder onder druk komen te staan.
Het Oost-Afrikaanse volk hoopt dat de filmproductie van Groenendijk –die bij het boek is gevoegd– zal bijdragen aan de waardering voor hun cultuur. Groenendijk en Van der Lee waren daardoor getuige van rituelen en ceremonies die de Maasai tot dan toe altijd geheim hadden gehouden voor de buitenwereld.
Dat levert unieke beschrijvingen op van eeuwenoude gebruiken. Door gesprekken met Maasai en korte historische overzichten komt het volk tot leven, zeker in combinatie met de prachtige filmbeelden van Groenendijk, die zonder commentaar juist veel zeggingskracht hebben.
Overal in het boek is de druk van de modernisering op het traditionele leven van de Maasai voelbaar. Een Maasai-vrouw –overigens de enige die de auteur te spreken kon krijgen– vertelt uitvoerig over de moeiten rond vrouwenbesnijdenis. Het is een eeuwenoude gewoonte die nog goeddeels in stand wordt gehouden, hoewel er een voorzichtige verschuiving plaatsheeft naar een meer symbolische handeling. Dat gaat echter niet zonder slag of stoot.
Van der Lee is niet alleen waarnemer van allerlei riten, maar is er soms ook intrinsiek bij betrokken. Zo kan het gebeuren dat hij tijdens een rite ook zelf een gebed opzendt naar de godheid van de Maasai, Engkai.
Die houding maakt dat Van der Lee diep doordringt in de cultuur van de Maasai, maar ze werkt ook vervreemdend. Van der Lee prijst geregeld de eenheid die de Maasai via riten of verdovende middelen weten te bewerkstelligen met de natuur, maar ook met het verleden (de voorouders), het heden en de toekomst. Wanneer de spiritueel leider van de Maasai, Mokompo, in trance is en „tegelijkertijd in het verleden, het heden en de toekomst” verkeert, schrijft Van der Lee dat hij plotseling aan Nairobi en de westerse steden denkt. „Ik besef dat het tijdelijke verschijnselen zijn, die zijn gekomen en weer voorbij zullen gaan, net als de grote beschavingen uit het verleden, maar dit is eeuwig. Mokompo staat in contact met de kracht die aan alles ten grondslag ligt, de bron van de levenskracht en de mensheid.”
Het is het relaas van een bewonderaar, een gelovige. Zijn beschrijvingen roepen de vraag op of er (ook) geen duistere kanten aan de spirituele wereld van de Maasai zitten, zoals ”de vloek” die de spiritueel leider van de Maasai, Mokompo, en zijn medepriesters, de oloiboni, over mensen kunnen uitroepen, tot de dood toe. En welke rol speelt de angst voor Engkai en de voorouders in het leven van de Maasai? Aan het begin van het boek schrijft Van der Lee dat hij weet dat hij niet moet romantiseren, maar onwillekeurig lijkt hij daarin wel te vervallen.
Christendom
Volgens Van der Lee zijn de Maasai „nog geen slachtoffer geworden van de onzekerheid die de westerse drang naar individualiteit met zich meebrengt en de twijfel die het gevolg is van te veel vrijheid.” Daar zit ongetwijfeld veel waars in, maar ook Van der Lee beseft dat een volk dat niet verandert, zal sterven.
Ook de Mokompo erkent dat. „Ik weet dat we ons moeten aanpassen om te overleven”, zegt hij. „Maar onze cultuur heeft veel vijanden. De regering wil ons bos afpakken. De christenen willen onze ziel opeten. De toeristen brengen geld, maar geen respect.”
Eerder in het boek had een zekere Rise ook al het christendom als vijand benoemd. „Steeds meer mensen geven hun geloof in Engkai en daarmee in onze tradities op”, betoogde hij. Blanken lijken speciale afspraken met hun god te hebben, aldus Rise. Ze zijn nooit ziek, rijden grote auto’s, dus dan zal hun God ook wel deugen. Dat maakt het christendom aantrekkelijk. Het is niet verwonderlijk dat de Maasai het christendom als vijand beschouwen, omdat veel van de riten die in het boek beschreven worden, vanuit een christelijk perspectief als ”heidendom” bestempeld zouden worden. Linksom of rechtsom is het onmiskenbaar waar dat die rituelen niet verenigbaar zijn met het christelijk geloof. Dat maakt het lezen van het boek van Van der Lee niet minder interessant, maar de vereenzelviging van de auteur met de riten doet bevreemdend aan. Een interessante vraag is overigens wat een heidense cultuur wel lijkt te bieden voor iemand die ontevreden is met het materialistische Westen en het christendom niet.
N.a.v. ”Geheimen van de Maasai. Inwijding in een bedreigde cultuur”, door Ton van der Lee en Jandries Groenendijk; uitg. Balans, Amsterdam, 2009; ISBN 978 90 5018 952 1; 208 blz.; € 19,95.