Vader en zoon in gevecht met het leven
Met ”De stem van mijn moeder” schreef Abdelkader Benali een roman over de wrijving die een bestaan tussen twee culturen oplevert, over het gevecht met het leven en over verstoorde familierelaties. Hoewel deze thema’s veel mogelijkheden in zich dragen slaagt de auteur er niet in om een overtuigend geheel neer te zetten.
Iedereen die beroepsmatig de pen ter hand neemt, weet dat schrijven schrappen is. In de praktijk is dat gemakkelijker gezegd dan gedaan. De Engelse taal kent een prachtige zegswijze die de oorzaak daarvan tot in de kern vangt: ”Kill your darlings”. Precies, het elimineren van je geesteskinderen brengt pijn met zich mee. Snijden in eigen vlees doet zeer. Daar is moed en discipline voor nodig, en een scherp oog. Zelfs voor ervaren auteurs blijft het een lastige aangelegenheid. Abdelkader Benali en zijn redacteur hadden er goed aan gedaan om het mes steviger in ”De stem van mijn moeder” te zetten, want in de huidige vorm laat het boek een onrijpe en overvolle indruk achter.Verhaalkluwen
Het is lastig om de inhoud van de roman kort samen te vatten: er zijn meerdere verhaallijnen te onderscheiden. In verschillende tijdlagen schuiven zij over elkaar heen; de schrijver realiseert dit door gebruik te maken van de nodige flashbacks en dagboekfragmenten. Bovendien zijn de lijnen kriskras –en jammer genoeg niet altijd even consistent– met elkaar verweven. De structuur van het boek lijdt hier erg onder. Onnodige onderbrekingen door niet ter zake doende scènes, filosofisch bedoelde overpeinzingen en andere zijpaden maken het er niet beter op. Je hebt echt tijd nodig om in het verhaal te komen, zonder doorzettingsvermogen haal je de laatste pagina niet. Al met al een vermoeiende leeservaring.
Wanneer je de verhaalkluwen ontwart, zie je dat een van de lijnen zich afspeelt in het hier en nu. De hoofdpersoon, een succesvolle fotograaf, krijgt tijdens een fotosessie een telefoontje van zijn vader. Een bijzonderheid omdat hij zijn ouders, die 25 jaar geleden vanuit Marokko naar Nederland emigreerden, bijna nooit ontmoet. Zijn vader vraagt de fotograaf dwingend om naar huis te komen, zijn moeder is namelijk ziek (en zij spreekt al twintig jaar niet meer). Moeder heeft naar het fotoalbum van de familie gevraagd. Vader kan het fotoboek niet vinden en de fotograaf moet komen om het album te zoeken. De verhouding tussen de fotograaf en zijn vader ligt erg moeilijk. Tegen de achtergrond van een dramatische gebeurtenis van vroeger vervult het fotoalbum een sleutelrol in de verdere verwikkelingen rondom het ontwortelde gezin.
Bouwstenen
Een tweede tijdlaag ligt een aantal jaren terug en handelt over een affaire van de hoofdpersoon met een vertaalster. Uit dit overspel vloeit een ongeplande zwangerschap voort; de ik-figuur wil niets van zijn pasgeboren tweeling weten. Een derde lijn ligt eveneens terug in de tijd en beweegt zich voornamelijk om de tweelingbroer van de hoofdfiguur en het land van herkomst van zijn ouders.
Wanneer Benali zich had geconcentreerd op een beperkter aantal bouwstenen, zou hij daarmee het geheel op een hoger plan hebben getild. Je kunt denken aan het schrappen van de lijn rondom het overspel. De vader-zoon-relatie tegen de achtergrond van de overige gezinsverhoudingen alleen biedt al voldoende mogelijkheden. Juist de vader en zoon zijn interessante tegenpolen. Nu buitelen de verhalen over elkaar heen en komt alles door een rafelige afwerking maar zo’n beetje tot zijn recht.
Benali gaat zich te buiten aan een subjectief getint taalgebruik waarbij zijn eigenzinnige beeldspraak in het oog springt. Het is allemaal te veel van het goede: beeld stapelt zich op beeld en de verbinding tussen beeld en (impliciet) vergeleken onderwerp is zelden gelukt. Benali’s beeldspraak balanceert zelfs op het randje van het lachwekkende en getuigt niet altijd van goede smaak. Verder doet zijn taalgebruik regelmatig onnatuurlijk aan: een geforceerde woordkeuze plus rare constructies. Tel daar flauwe verhaspelingen van spreekwoorden en een Bijbelcitaat en een dozijn talige joligheden bij op en je zit al snel met kromme tenen. Niet in de laatste plaats vanwege de respectloze beschrijvingen van seksualiteit en geloof die hier en daar opduiken.
Uitleggerig
De schrijver onderschat zijn lezers door in de ontvouwing van zijn verhaal uitleggerig te werk te gaan. Zie bijvoorbeeld een titel als ”Oedipus in Rotjeknor”, waarmee hij een belangrijk stuk thematiek weggeeft. Op een andere plaats wordt een directe link tussen Kaïn en Abel en de hoofdpersoon en zijn tweelingbroer gelegd. Een leidmotief mag blijkbaar niet op zichzelf staan en krijgt letterlijk uitleg: de witte zwaan representeert Allah. Een handjevol verwijzingen naar andere schrijvers (Bloem, Kundera, Musil, Nietzsche) ligt er samen met referenties aan Darwin wel erg dik bovenop. ”Show, don’t tell” –een belangrijke literair uitgangspunt– blijkt aan Benali niet besteed.
De handel en wandel van de verhaalfiguren blijft voor de lezer onvoldoende navoelbaar: Benali licht de psychosociale drijfveren niet goed uit; je identificeert jezelf daardoor niet zo gemakkelijk met de hoofdpersonen en hun omstandigheden. Tegelijk voert de auteur de herhaling van de familiegeschiedenis tot in het extreme door. Een statisticus zou zijn wenkbrauwen fronsen bij de hoeveelheid tweelingen die Benali zijn verhalende arena injaagt.
Zelfs met de nodige welwillendheid kan ”De stem van mijn moeder” nauwelijks levensvatbaar worden genoemd. Benali’s jongste geesteskind is te vroeg geboren.
N.a.v. ”De stem van mijn moeder”, door Abdelkader Benali; uitg. De Arbeiderspers, Amsterdam, 2009; ISBN 978 90 295 6709 1; 243 blz.; € 18,95.