Dat verklaarde de voormalig commandant van de lijfwacht, Branislav Puhalo, dinsdag voor de rechtbank in Belgrado, zo schrijven Servische media. „Het was allemaal volstrekt legaal. We beschikten over voertuigen, twintig granaatwerpers en kisten vol munitie – alsof we de Sinaï–woestijn moesten veroveren. Tot eind 2001 kon Mladic zich vrij bewegen door Belgrado. We bezochten onder meer voetbalwedstrijden, restaurants en het hoofdbureau van politie", aldus Puhalo.De auto’s waarover de lijfwachten beschikten hadden officiële legerkentekens en de beveiligers sliepen in de Belgradose Topciderkazerne. Volgens de voormalige commandant van de lijfwacht was hun formele opdracht niet de bescherming van de persoon Ratko Mladic maar van „de commandant van het Bosnisch–Servische leger". Äls professionals hadden we Mladic zonder meer gearresteerd als we daartoe de opdracht hadden gekregen", aldus Puhalo.

Tadic was, tot hij in maart 2003 minister van Defensie werd, voorzitter van de parlementscommissie voor de controle van de veiligheidsdiensten. Hij moet dus uit hoofde van zijn functie van de bewegingsvrijheid van Mladic geweten hebben, stelt Puhalo. Servië vormde in die tijd, samen met Montenegro, de Federale Republiek Joegoslavië.

Het feit dat Mladic nog niet is opgepakt en overgedragen aan het tribunaal, zorgt voor een flinke hindernis voor Servische toetreding tot de EU. Vooral Nederland vindt dat het land harder moet werken aan de arrestatie van de oud–generaal.