Dat stelde prof. dr. G. Immink maandag in Kampen tijdens de opening van de eerste internationale conferentie van de Protestantse Theologische Universiteit (PThU), georganiseerd samen met buitenlandse partnerinstellingen. Thema is ”Human flourishing – Exploring protestant goods in changing contexts”. Op de conferentie staat de vraag centraal of het christelijk geloof kan bijdragen aan het welzijn van mens en samenleving. Vanuit verschillende theologische disciplines en (culturele) achtergronden wordt op deze thematiek ingegaan.Prof. Immink stelde dat godsdienst de potentie heeft om menselijk leven en de samenleving te veranderen. Termen zoals transformatie en vernieuwing duiden erop dat de menselijke situatie gekenmerkt wordt door onvolmaaktheid en kwetsbaarheid. „Menselijk welzijn is niet slechts alledaags welzijn of een puur menselijk gegeven, maar houdt rekening met de donkere kanten van het leven. Vernieuwing van het leven komt van God. Het christelijk geloof verkondigt dat Gods openbaring in Jezus Christus verlossing brengt en een nieuwe menselijkheid schept. Vanuit dit perspectief geeft de christelijke godsdienst perspectief op een wereld van gerechtigheid, vrijheid en vrede.”

Dr. Th. Boer, ethiekdocent aan de PThU, refereerde over euthanasie. Als lid van een regionale toetsingscommissie voor euthanasie toetst hij achteraf of euthanasie terecht en juist is toegepast. Over het algemeen vindt euthanasie, wanneer een arts hiertoe overgaat, zorgvuldig plaats, zo zei hij. Dat voorkomt dat het een normale medische handeling wordt.

Boer stelde gisteren echter dat sommige patiënten niet om euthanasie zouden hebben gevraagd als ze betere palliatieve zorg zouden hebben gekregen.

De Zuid-Afrikaanse theoloog prof. dr. Gerald West uit KwaZulu-Natal sprak over de betekenis van de kerk en Bijbelstudie voor verkrachte vrouwen en mensen met hiv/aids. Hij liet zien hoe Bijbellezen verbonden is met de praktijk van alledag van gemarginaliseerde groepen.

De conferentie is bedoeld om het onderzoek van de PThU te presenteren en de eenheid daarvan te onderstrepen, zegt prof. Immink desgevraagd. „Het is goed om twee jaar na de stichting van de universiteit in de nieuwe vorm naar buiten te komen met ons onderzoek. Dat gebeurt vooral in samenwerking met onze buitenlandse partners, met name uit Indonesië en Zuid-Afrika.”

De conferentie, die tot en met morgen duurt, wordt bezocht door ruim 100 wetenschappers, van wie 30 uit het buitenland. Er hebben zich rond de 50 studenten aangemeld.