Minister: Regels baggerstort in orde
De regels voor het zogenoemde verondiepen van zandwinplassen blijven waarschijnlijk grotendeels bij het oude. Volgens een adviescommissie van milieuminister Cramer bieden de regels een goede basis voor de stort van bagger in de plassen.
Lokale omstandigheden zijn echter beslissend voor de wijze waarop de stort van bagger en dergelijke kan plaatshebben. Omwonenden moeten zorgvuldig worden geraadpleegd, staat in een gisteren uitgebracht advies van de commissie.Cramer schortte half maart de stort van bagger in waterplassen op, in afwachting van onderzoek door de commissie, geleid door dijkgraaf Lambert Verheijen van het waterschap Aa en Maas. Centraal daarbij stond de vraag of baggerspecie en ook grond veilig en verantwoord kunnen worden gebruikt in zandwinputten.
Aanleiding was maatschappelijke onrust over mogelijke verontreiniging bij enkele putten. Onderzoeksinstituut TNO heeft onderzoek gedaan waarin staat dat het vervuilde slib slecht is voor het grondwater. Minister Cramer toonde zich gisteren verheugd over het advies van de commissie.
Nederland telt enkele honderden zandwinputten. Licht verontreinigde grond en baggerspecie worden gebruikt om zeer diepe en koude putten geschikt te maken voor recreatie.
De commissie onderscheidt buitendijkse putten, in het rivierengebied gelegen, en binnendijkse putten. Bij de tweede categorie „moet per put worden bekeken of aanvullende maatregelen nodig zijn.”
Cramer bespreekt het advies volgende week met de Tweede Kamer.