„Kandidaten EU moeten Roma meer integreren”
De kandidaat-lidstaten van de Europese Unie in Oost-Europa moeten meer doen om hun Roma-gemeenschappen te integreren en de armoede en discriminatie waar zigeuners mee te maken hebben te bestrijden. Dat zegt het Ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties (UNDP) in een rapport dat donderdag is verschenen.
Roma zijn „de armsten onder de armen” in Roemenië, Bulgarije, Hongarije, Slowakije en de Tsjechische Republiek, aldus het UNDP. De drie laatstgenoemde landen zullen naar verwachting in 2004 toetreden tot de EU, Roemenië en Bulgarije hopen in 2007 te volgen. Het UNDP roept Oost-Europese regeringen op in het openbaar bestuur en het onderwijs voorrang te geven aan Roma. Gelet op het gegeven dat ongeveer 30 procent van de Roma-huishoudens van een of andere uitkering leeft, raadt het UNDP de autoriteiten aan de „cultuur van afhankelijkheid” aan te pakken met programma’s om eigen inkomsten te verwerven.
In alle vijf landen vormen de Roma een omvangrijke minderheid. De officiële cijfers zijn volgens het UNDP stelselmatig te laag, dikwijls omdat Roma zelf zich bij andere bevolkingsgroepen indelen om niet gestigmatiseerd te worden. De Roma-minderheid in Roemenië, de grootste van Europa, zou geen 550.000 leden tellen, maar 2,5 miljoen, op een totale bevolking van 21,7 miljoen. Volgens het UNDP wonen in Bulgarije niet 365.000 maar 750.000 Roma (op 7,7 miljoen inwoners), in Hongarije niet 190.000 maar 800.000 (bevolking 10 miljoen), in Slowakije niet 90.000 maar 520.000 (5,4 miljoen inwoners) en in Tsjechië niet 12.000 maar 300.000 (op 10,2 miljoen inwoners).
In veel opzichten, bijvoorbeeld wat scholing, kindersterfte en voeding betreft, liggen de omstandigheden waaronder de Roma in de regio’s leven dichter bij Afrika ten zuiden van de Sahara dan bij Europa, zegt het UNDP.
Maar 20 procent van de Roma heeft geregeld werk, nog eens 20 procent werkt in wat de ’informele economie’ wordt genoemd. Velen lijden dikwijls honger, een op de zes zelfs voortdurend.
Een op de drie Roma-kinderen maakt de basisschool niet af en twee op de drie halen in het voortgezet onderwijs de eindstreep niet. Op scholen voor verstandelijk gehandicapte kinderen zitten, „in de meeste gevallen zonder goede reden”, meer Roma- dan niet-Roma-kinderen. „Als de huidige sociaal-economische marginalisering en het inadequate onderwijs voortduren, zullen over tien tot vijftien jaar aanzienlijke delen van de beroepsbevolking in Europa niet inzetbaar zijn voor werk”, zegt Andrej Ivanov, een van de opstellers van het rapport.
Het UNDP merkt op dat de EU sinds 1994 miljoenen euro’s heeft uitgegeven aan hulpprogramma’s voor Roma in toekomstige lidstaten, maar dat de meeste Roma van het bestaan van zulke programma’s niet eens op de hoogte zijn.