Mugabe verklaart pers de oorlog
Vooruitlopend op de in maart te houden presidentsverkiezingen heeft de regering van Zimbabwe de pers vrijwel de oorlog verklaard. Journalisten zijn als terrorist bestempeld, buitenlandse journalisten zijn het land uitgezet of hun is de toegang geweigerd en tientallen Zimbabwaanse journalisten zijn gearresteerd of in elkaar geslagen door knokploegen van de partij van president Robert Mugabe, ZANU-PF.
Onlangs kwam de regering met het voorstel alle buitenlandse journalisten uit het land te weren en de arrestatie van journalisten die de machthebbers niet welgezind (zouden) zijn te vergemakkelijken.
„We behandelen Zimbabwe als oorlogsgebied”, zegt Zoe Titus van het Zuid-Afrikaanse Persinstituut, dat zich inzet voor persvrijheid. Titus beschuldigt Mugabe ervan een „informatiestilte” na te streven, om zijn regering en haar aanhangers in staat te stellen hun gewelds- en intimidatiecampagne in de aanloop naar de verkiezingen ongehinderd voort te zetten.
Mensenrechtenactivisten zeggen dat de regering kiezers er door intimidatie van probeert te weerhouden op de oppositie te stemmen, die niet eerder in de ruim twintig jaar dat hij aan de macht is zo’n grote bedreiging heeft gevormd voor Mugabe.
Niet thuis
Mugabes woordvoerder George Charamba geeft niet thuis als hem om opheldering over de intimidatiecampagne wordt gevraagd. Veel buitenlandse journalisten hebben geen toestemming gekregen Zimbabwe binnen te komen. Volgens de autoriteiten zijn de maatregelen tegen de pers nodig om ervoor te zorgen dat journalisten zich verantwoordelijk gedragen. Behalve vertegenwoordigers van de pers worden ook oppositiepolitici en rechters in toenemende mate bedreigd.
Bij de verkiezingen moet Mugabe het opnemen tegen de leider van de Beweging voor Democratische Verandering, Morgan Tsvangirai, wiens partij vorig jaar bij de parlementsverkiezingen 57 van de 120 gekozen zetels won.
Een niet bij naam genoemde woordvoerder van Mugabe beschuldigde journalisten die verslag hadden gedaan van een aanval van een knokploeg van de ZANU-PF op blanken, er vorige maand in de staatskrant Herald van de „terroristische oppositie” te steunen.
„Journalisten moeten weten dat we het met de Amerikaanse president Bush eens zijn dat eenieder die op welke manier dan ook terroristen financiert, hun onderdak biedt of hen verdedigt, zelf ook een terrorist is”, aldus de woordvoerder.
Een week later werd de inhoud van de door de regering voorgestelde wet op de toegang tot informatie en de bescherming van privacy bekend. Journalisten moeten op grond van de wet jaarlijks een werkvergunning aanvragen bij de overheid, buitenlandse journalisten kunnen uit het land worden geweerd en journalisten die nog niet bekendgemaakte regels overtreden, kunnen gevangen worden gezet.
„Het is een fascistisch stuk wetgeving”, zegt Basildon Peta, secretaris-generaal van de Zimbabwaanse journalistenbond en projectredacteur van de krant Financial Gazette. „In mijn ogen betekent dit het einde voor het laatste stukje vrijheid van de Zimbabwaanse pers.”
Bij de bond zijn veertig gevallen bekend van journalisten die dit jaar zijn mishandeld door knokploegen van de ZANU-PF of gearresteerd. De journalisten werkten zonder uitzondering voor een van de vijf onafhankelijke kranten in Zimbabwe. Veel onafhankelijke journalisten durven volgens Peta geen verslag meer te doen van het politieke geweld op het platteland, waar blanke boeren worden belaagd door zwarte miliciens.
Drie buitenlandse correspondenten zijn het land uitgezet, de BBC komt er niet meer in en buitenlandse journalisten hebben accreditatie nodig om Zimbabwe binnen te komen. Onafhankelijke radiostations zijn verboden, waardoor de regering het monopolie heeft op de nieuwsvoorziening in de provincie.
Treitercampagne
Het onafhankelijke dagblad Daily News, de meest gelezen krant van Zimbabwe, heeft waarschijnlijk het meest te lijden van de regering. In januari werd de drukpers van de krant vernietigd door een bom. Dat gebeurde nadat de regering de krant een bedreiging voor de nationale veiligheid had genoemd. De krant wordt nu, in een veel kleinere oplage, op andere persen gedrukt. Journalisten van de Daily News zijn in elkaar geslagen en gevangengezet. Hoofdredacteur Geoff Nyarota, die twee keer werd opgepakt zonder dat het tot vervolging leidde, spreekt van een aanhoudende treitercampagne.
„Journalisten kunnen hun baan niet opgeven omdat de regering zich tegen hen heeft gekeerd. We hebben een verplichting tegenover onze lezers, tegenover het publiek, tegenover ons land”, zegt Peta, die echter niet weet hoeveel gevaar hij nog bereid is te trotseren voor zijn idealen. „Het is niet in elk geval raadzaam een dode held te zijn”, zegt hij.