Agendabeheer
In de stressvolle tijden van de 21e eeuw is deugdelijk agendabeheer onontbeerlijk. Dat geldt niet het minst voor de president van de Verenigde Staten. Het rooster van Barack Obama werd de afgelopen maanden volop door de wereldwijde economische crisis gedomineerd, met het recente reddingsplan voor General Motors als voorlopige piek.
Desondanks vond het Amerikaanse staatshoofd een gaatje in zijn agenda om een reis naar het Midden-Oosten te maken. Woensdag vertrok Obama naar Saudi-Arabië. Donderdag houdt hij een langverwachte toespraak in Egypte waarin hij zijn visie op de relatie tussen Amerika en de islamitische wereld kenbaar zal maken.Het is opmerkelijk dat Obama’s agenda blijkbaar geen ruimte bood voor een bezoek aan Amerika’s belangrijkste bondgenoot in het Midden-Oosten, Israël. Kennelijk is er de president meer aan gelegen om de banden met Arabische regimes aan te halen, dan zijn steun aan de Joodse staat te betuigen.
Overigens doorbreekt Obama daarmee geenszins een Amerikaanse traditie. Zijn voorganger, George W. Bush, bezocht pas in het laatste jaar van zijn tweede ambtstermijn de Joodse staat. Wel twee keer, dat moet gezegd.
Hoewel Obama’s reisschema niet in een bezoek aan Israël voorziet, laat de Amerikaanse president overigens geen onduidelijkheid over zijn houding richting Jeruzalem bestaan. Het wordt tijd dat we eerlijk met Israël omgaan, sprak het staatshoofd deze week. De tijd dat Washington de Joodse staat automatisch in alles steunt, is voorbij, voegde hij daaraan toe.
Wat die eerlijke omgang betekent, weet Israël inmiddels zo ongeveer wel. Premier Netanyahu kreeg in Washington op niet mis te verstane wijze te verstaan dat de uitbreiding van bestaande en de bouw van nieuwe nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever per direct moet stoppen. En passant kreeg de Israëlische regeringsleider de opdracht mee om binnen zes weken zijn beleid met betrekking tot het vredesproces met de Palestijnen te herformuleren. De VS willen vervolgens een plan presenteren dat in een periode van een halfjaar in een voorlopig vredesakkoord voor het Midden-Oosten voorziet.
Voortvarendheid is doorgaans geen slechte zaak. Lessen trekken uit de geschiedenis evenmin. En de historie leert dat er sinds de Osloakkoorden van 1993 vrijwel geen vooruitgang in het vredesproces in het Midden-Oosten is geboekt. Een voorlopige vredesregeling binnen nu en zes maanden is dan ook een illusie.
Bovendien lijkt Washington eenzijdig in te zetten op versterking van de positie van de Palestijnse president Abbas, die het alleen op de Westelijke Jordaanoever voor het zeggen heeft. De VS gaan daarmee voorbij aan de situatie in de Gazastrook, waar de fundamentalistische Hamasbeweging de scepter zwaait.
Over deugdelijk agendabeheer gesproken. De afspraak voor een feestelijke ceremonie op het gazon van het Witte Huis –zo tegen het einde van het jaar– om een vredesakkoord tussen Israël en de Palestijnen te markeren, kan president Barack Obama beter even met potlood invullen.